Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
[naam betrokkene]voornoemd, hierna te noemen betrokkene, geboren te Curaçao (Nederlandse Antillen) op
geestelijke toestand(ook) niet in staat is zelf ten
volle haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aardbehoorlijk waar te nemen, reden waarom de kantonrechter het verzoek zal inwilligen. De kantonrechter heeft in dat verband ook ambtshalve kennis kunnen nemen van de processtukken welke aan de instelling van het beschermingsbewind ten grondslag lagen. Het verzoekschrift vermeldt dat betrokkene licht verstandelijk gehandicapt is en dat haar ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 7 jaar ligt.
de verplichtingop dat zij
jaarlijkseen schriftelijke rapportage aan de kantonrechter overlegt, waarin
verslagwordt gedaan van de door haar verrichte werkzaamheden ten behoeve van betrokkene.
plan van aanpak mentorschap. Hierin is onder meer het doel van dit mentorschap vastgelegd. De kantonrechter heeft ter terechtzitting het belang benadrukt, dat de bij dit plan van aanpak betrokken partijen de wederzijds gemaakte afspraken ook daadwerkelijk nakomen. Waar nodig dient dit plan van aanpak de komende jaren te worden bijgesteld/aangepast. De ingestelde maatregel dient verder op grond van
de jaarbeloningvan de -te benoemen- mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen
3.De beslissing
[naam betrokkene]voornoemd;