In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van subsidie aan TeamAlert voor de jaren 2014 en 2015, specifiek voor het opzetten van een platform met rijscholenkiezer. De eisers, [eiseres1] en [eiseres2], hebben bezwaar gemaakt tegen de subsidieverlening, omdat zij van mening zijn dat het platform concurreert met hun eigen websites die informatie over rijscholen aanbieden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers belanghebbenden zijn bij de subsidiebesluiten, omdat hun websites een vergelijkbare dienst aanbieden en zij hierdoor concurrentie ondervinden van TeamAlert.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de subsidieverlening in strijd is met artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de Subsidieregeling TeamAlert 2012 geen grondslag biedt voor subsidiering van economische activiteiten die concurreren met derden. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en de aanvragen van TeamAlert voor de subsidies afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de termijnoverschrijding van [eiseres1] niet verschoonbaar was, terwijl die van [eiseres2] wel verschoonbaar werd geacht. De rechtbank heeft de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de eisers.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke scheiding tussen subsidieverlening voor voorlichtingscampagnes en economische activiteiten die concurreren met bestaande aanbieders. De rechtbank heeft de belangen van de eisers beschermd door de subsidieverlening aan TeamAlert te vernietigen, wat een belangrijke uitspraak is in het bestuursrecht met betrekking tot subsidieverstrekking en concurrentie.