2.1Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
a. [verweerster] , geboren op 7 maart 1984, is op 1 september 2009, bij [verzoekster] in dienst getreden. Op 1 augustus 2014 is zij benoemd in de functie van Juridisch Adviseur Inkoop en Uitbesteding (I&U). Het loon exclusief vakantietoeslag bedraagt € 2.863,40 bruto.
b. Een Juridisch Adviseur Inkoop en Uitbesteding coördineert de uitbesteding van juridische dossiers (van verzekerden) aan externe juridische dienstverleners.
c. Mevrouw [naam 3] , teamleider I&U en de voormalige leidinggevende van [verweerster] , heeft over 2014 aan haar de beoordeling ‘3’ gegeven (gemaakte afspraken behaald) en daarbij ter toelichting onder meer opgemerkt:
“
Per 1 augustus heb je, vanuit werkzaam te zijn geweest bij I&A, de overstap gemaakt naar onze afdeling. Ik heb je de afgelopen maanden binnen onze afdeling/mijn team ervaren als een betrokken, gemotiveerde, gedreven en enthousiaste medewerker met een goede werkmentaliteit. Voor jou geldt dat je vanaf het moment van je overstap het jaar van ontwikkeling toegekend hebt gekregen. Je bent direct te werk gegaan met de benodigde ontwikkeling die je nog dient te maken binnen je functie als specialist. Je hebt je verantwoordelijkheid en zelfstandigheid hierin getoond door actief, vanuit onze gesprekken te werk te gaan met je werkplan en hiervoor een plan van aanpak op te stellen. Overall wil ik je een compliment geven voor de wijze waarop je gedreven en ambitieus in je nieuwe rol te werk bent gegaan. Merk en zichtbaar is voor mij geworden dat je de afgelopen maanden snel je draai hebt gevonden binnen onze afdeling. Ik wil je het komend jaar vragen jezelf meer uit te gaan dagen om uit je comfortzone te stappen en je zichtbaarder op te stellen. Ik ben er van overtuigd dat je vanuit je kennis en ervaring zeker nog meer van toegevoegde waarde kunt zijn binnen onze afdeling. Terugkijkend heb ik vanuit onze gesprekken de afgelopen maanden al een prettige samenwerking ervaren tussen ons. [verweerster] , ik wil je bedanken voor je inzet en betrokkenheid de afgelopen maanden. En ik wens je hele fijne feestdagen toe samen met je familie.”
d. In december 2014 is de heer [naam 4] tot (tijdelijk interim) teammanager I&U benoemd.
e. Bij e-mail van 16 april 2015 heeft [naam 4] aan [verweerster] bericht:
“
Vanmiddag hebben we een gesprek met elkaar gevoerd, waarvan ik de inhoud hiervan aan je wil bevestigen.
Zoals ik tijdens het gesprek aangaf, constateer ik helaas dat je onvoldoende voldoet aan het gewenste profiel van de juridisch Adviseur. Ik heb er onvoldoende vertrouwen in dat je binnen redelijke termijn aan dat gewenste profiel zal gaan voldoen.
De rol van Juridisch Adviseur vraagt nu en in de toekomst naast inhoudelijke expertise en procesbeheersing om competenties en gedragingen die we te weinig van je zien en waarop je de afgelopen tijd geen ontwikkeling hebt laten zien. We hebben deze ontwikkelpunten met elkaar in de Compascyclus en daarbuiten regelmatig besproken en vastgelegd en hebben een aantal interventies en middelen, zoals het bespreken van de fiatteringen, het gezamenlijk bespreken van de juiste aanpak in dossiers, het bespreken van de audits, de Dialogue training en het logboek ingezet om je te helpen bij je ontwikkeling en je hierop te laten verbeteren. Het achterblijven van je ontwikkeling op deze punten gaven eerder al aanleiding voor gesprekken hierover, waarbij ik meerdere keren mijn twijfel over of de rol goed bij je past hebt geuit. Tijdens het gesprek van vandaag heb ik om die reden aangegeven dat ik onvoldoende vertrouwen heb in jouw toekomst als Juridisch Adviseur binnen I&U.
Ik besef dat mijn boodschap wellicht hard en zakelijk bij je is overgekomen, maar ik hecht er aan de zaken duidelijk te benoemen.
Ik stel voor dat we volgende week donderdag (23 april) om 14.00 uur een vervolgafspraak hebben om de gevolgen hiervan met elkaar te bespreken. Zojuist heb je bij mij per sms ziek gemeld, omdat je je nu even niet tot werken in staat voelt. Ik heb er uiteraard begrip voor dat je hier even tijd voor nodig hebt. Een formele ziekmelding is hier gezien de situatie echter niet van toepassing. Je gaf zelf aan dat je er naar verwachting maandag weer zal zijn. Ik spreek je maandag.”
f. Bij e-mail van 20 april 2015 heeft [verweerster] onder meer aan [naam 4] bericht:
“ (..)
Het moge duidelijk zijn dat ik het absoluut niet eens ben met jouw weergave van ons gesprek, jouw schets van de gang van zaken en de indruk die je hiermee probeert te wekken(…).”
g. Op 24 april 2015 heeft [naam 4] per e-mail aan [verweerster] medegedeeld:
“
Gisteren spraken wij opnieuw naar aanleiding van onze bila van 16 april. Tijdens dit gesprek heb ik nogmaals duidelijk gemaakt waarom ik geen vertrouwen heb in jouw ontwikkeling, naar het gewenste niveau van Juridisch Adviseur. Al eerder heb ik aangegeven dat ik je zowel qua persoon (profiel, basiscompetenties, inborst) als in de uitvoering van je dagelijkse werk (noodzakelijke vaardigheden en gedrag) onvoldoende naar deze rol zie ontwikkelen en me afvraag of je die rol wel bij je past. Mijn mening is gebaseerd op de besprekingen tijdens het werk (op de werkvloer of bila’s) en op de signalen en observaties die ik afgelopen maanden heb verzameld. Om die reden heb ik in bijgevoegd document over de afgelopen vier maanden (niet uitputtend) een aantal bespreekmomenten en signalen verzameld op grond waarvan ik de historie over afgelopen maanden feitelijk schets.
Jij herkent en erkent bovenstaande niet en bent van mening de structurele ontwikkeling te kunnen doormaken. Om die reden heb ik je gisteren een laatste termijn gegeven tot uiterlijk 15 juni waarin je de noodzakelijke ontwikkeling structureel dient te laten zien. In het laatste gedeelte van bijgevoegd document heb ik aangegeven wat ik daarvoor concreet van je verwacht en maak dit indien nodig verder duidelijk tijdens onze bila’s hierover komende tijd. Uiterlijk in week 24 maken we hiervoor de balans op en zal ik een nieuw besluit nemen.
We hebben een paar stevige bila’s gehad met als doel je echt duidelijk te maken dat een vervolg op dezelfde wijze er niet in zit, zie deze gesprekken dan ook echt als ‘wake up call’. Deze gesprekken waren stevig en ik kan me voorstellen dat deze onprettig waren. Ik kijk echter graag vooruit en zie uit naar een constructieve periode van samenwerking met veel ontwikkeling.”
h. In een bij de e-mail van 24 april 2015 bijgevoegd document heeft [naam 4] met betrekking tot de ‘concrete verwachtingen t.a.v. Houding en Gedrag’ opgemerkt:
“
(..)- [verweerster] neemt aantoonbaar zelf initiatief en legt zaken vast.
- [verweerster] laat een actieve opstelling zien, maakt zaken bespreekbaar, stelt vragen bij onduidelijkheid. Doel is geen onduidelijkheid over verwachtingen.
- Zichtbaarder opereren. Dit betekent aanwezigheid op de werkvloer, niet in de cockpit gaan zitten, deel uitmaken van het proces en de interactie op de werkvloer. Collega’s bevragen, kennis en cases delen, hulp vragen bij aanpak of tactiek.
- Meer assertiviteit en stevigheid in gesprekken met vka.
- Bellen in plaats van mailen.
- Afspraken maken en bevestigen, geen ruimte laten voor andere interpretaties.
- Actieve houding in accounthouderrol en acteren op eigen initiatief, niet reactief.
- Actief vragen stellen bij onzekerheid in omgeving en bij TM
- Op tijd zijn bij overleggen, afspraken en stuurdiensten.
(….).”
i. Bij brief/e-mail van 29 april 2015 heeft [verweerster] een schriftelijke reactie gegeven op de gesprekken van 16 en 23 april 2015 en de e-mailberichten van 16 en 24 april 2015 en verzocht de reactie aan het personeelsdossier toe te voegen. In voornoemde brief staat onder meer:
“
Zoals ik reeds mondeling en schriftelijk heb aangegeven ben ik het absoluut niet eens met jouw conclusies over mijn functioneren noch met jouw weergave van feiten en omstandigheden. Bovendien maak ik hierbij ernstig bezwaar tegen de indruk die hiermee wordt gewekt t.a.v. van mijn persoon en mijn functioneren.
Mijn bezwaren richten zich op drie hoofdpunten:
-
Het ongefundeerd en prematuur opzeggen van vertrouwen.
-
Het selectief weergeven van feiten en omstandigheden waardoor een vertekend beeld van mijn functioneren wordt geschetst.
-
Een voorstel waarin geen reële kans wordt geboden en dat indruist tegen eerdere afspraken.”
j. In juni 2015 zijn partijen een mediationtraject gestart. Het traject is beëindigd per
21 december 2015.
k. [naam 4] heeft het functioneren van [verweerster] over 2015 als onvoldoende beoordeeld.