6.3.Eiseres kan in haar hoedanigheid van werkgever geen medische informatie overleggen die nieuw licht op de gezondheidssituatie van de ex-werknemer werpen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres echter wel terecht kanttekeningen geplaatst bij de conclusies van de verzekeringsartsen van het UWV.
De bezwaarverzekeringsarts concludeert in zijn rapportage van 14 oktober 2015 dat er op termijn langer dan een jaar kansen op verbeterde beperkingen in mentaal opzicht zijn als gevolg van een geëigende behandeling daarvoor. In het licht van bovengenoemde uitspraak van de CRVB mag van de bezwaarverzekeringsarts worden verwacht dat duidelijk wordt of een dergelijke behandeling is gericht op genezing, revalidatie of stabilisatie, waarbij het steeds gaat om een inschatting van mogelijke ontwikkelingen. In zijn algemeenheid geldt dat van een behandeling resultaat verwacht mag worden, tenzij er factoren zijn aan te wijzen waarvan bekend is dat die de prognose in negatieve zin beïnvloeden. De rechtbank is van oordeel dat de bezwaarverzekeringsarts bij de inschatting van de kans op herstel niet de vereiste onderbouwing heeft gegeven die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor ex-werknemer. De bezwaarverzekeringsarts stelt weliswaar vast dat er diverse behandelmogelijkheden zijn, maar noemt slechts één concrete behandelmogelijkheid, namelijk klinische opname. Volgens de rechtbank is klinische opname echter geen reële behandelmogelijkheid, nu ex-werknemer een dergelijke opname weigert en die weigering kennelijk al jarenlang door het UWV wordt geaccepteerd, althans niet gesanctioneerd. Bovendien bestaat volgens de behandelend psychiater een contra-indicatie voor klinische opname in verband met het taalgebrek. Ex-werknemer zal zich op een opname afdeling door het taalprobleem sterk geïsoleerd en angstig voelen waardoor zijn situatie alleen maar achteruit zal gaan. Bovendien heeft de bezwaarverzekeringsarts niet expliciet vermeld binnen welke termijn er kans op herstel is.
De rechtbank ziet in de omstandigheid dat ex-werknemer geruime tijd, er is al in 2007 sprake van een ziekmelding vanwege onder meer psychische klachten, vanaf 2011 spelen de onderhavige klachten, terwijl al die tijd – dus jarenlang - geen verbetering is opgetreden en ten slotte in zijn leeftijd (eiser is geboren in 1955), een bevestiging om te komen tot het oordeel dat geen sprake is van reële behandelmogelijkheden; althans in geval van ex-werknemer, enige reële kans daarop.
7. Uit het voorgaande volgt dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit moet worden vernietigd. De rechtbank ziet verder aanleiding het primaire besluit te herroepen en te bepalen dat ex-werknemer met ingang van 7 september 2011 recht heeft op een IVA-uitkering.
8. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiseres te worden vergoed.
9. De rechtbank zal het UWV veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.488,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het inschakelen van de arts-gemachtigde en 0,5 punt voor het verschijnen ter zitting van de arts-gemachtigde, met een waarde per punt van € 496, en wegingsfactor 1).