3.3Artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 bepaalt dat het verboden is in, op of aan een bouwwerk of op een open erf of terrein voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten of werktuigen te gebruiken, waardoor:
a. op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm of stof wordt verspreid;
b. overlast wordt of kan worden veroorzaakt voor de gebruikers van het bouwwerk, het open erf of terrein;
c. op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, stof of vocht of irriterend materiaal wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door geluid en trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein, of
d. instortings-, omval- of ander gevaar wordt veroorzaakt.
4. Ter beantwoording door de rechtbank liggen de vragen voor of het college bevoegd was tot het toepassen van (zeer) spoedeisende bestuursdwang bestaande uit het plaatsen van de stempels en bestaande uit de gedeeltelijke sluiting van het pand, en zo ja, of het college in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Tevens ligt de vraag voor of het college redelijkerwijs heeft kunnen overgaan tot de gedeeltelijke vrijgave van het pand.
Ten aanzien van de toepassing van (zeer) spoedeisende bestuursdwang bestaande uit het plaatsen van de stempels.