De officier van justitie heeft in de conclusie van 1 maart 2016 aangevoerd dat van de digitale gegevensdragers die klager ten tijde van zijn aanhouding bij zich had, een “image” is gemaakt. De image ligt in de kluis bij de politie en is in afwachting van de verdere procedure daaromtrent nog niet onderzocht. De gegevensdragers zijn na het maken van een kopie aan klager geretourneerd.
Primairstelt de officier van justitie zich op het standpunt dat klager niet ontvankelijk is. Het beslag is geëindigd, nu de beslagen voorwerpen aan klager zijn teruggegeven. Er is geen strafvorderlijk middel om na teruggave van het voorwerp onrechtmatig gebruik van het beslagene aan de orde te stellen. Het beklag is daarmee niet ontvankelijk. mening, mocht de rechtbank klager wel ontvankelijk verklaren, dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard. Gelet op de aard van de werkzaamheden van klager, die te duiden zijn als trustwerkzaamheden, is geen sprake van bestanden die onder het verschoningsrecht vallen, zodat er dus geen sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 98 Sv.
Meer subsidiairstelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard. Mocht klager gezien worden als verschoningsgerechtigde, dan is artikel 98 Sv van toepassing en dient de rechter-commissaris in de gelegenheid gesteld te worden om te beslissen over de (definitieve) inbeslagneming en de kennisname van de bestanden. De gegevensdragers zijn (waren) ook in dat geval vatbaar voor inbeslagname, omdat, gelet op de rol en positie van klager, in redelijkheid kan worden vermoed dat zich op de gegevensdragers stukken bevinden die onderdeel uitmaken van de strafbare feiten waarvan klager wordt verdacht, dan wel die tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend (corpora en instrumenta delicti). In casu is sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden, aangezien klager zelf verdacht wordt van betrokkenheid bij ernstige strafbare feiten en - als medepleger - onderdeel is van een groot verband van (mede)plegers. Op grond hiervan dient het verschoningsrecht te wijken voor het belang van de waarheidsvinding. In een dergelijk geval is het niet meer aan de verschoningsgerechtigde om aan te geven welke stukken voor inbeslagneming (dan wel gebruik) in aanmerking komen, maar is het de rechter-commissaris die - bij voorkeur in overleg met de Deken - bepaalt of bepaalde stukken mogen worden gebruikt en aldus kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen.
Ter zitting heeft de raadsman betoogd dat klager ontvankelijk is in zijn beklag. Klager is advocaat en staat als zodanig ingeschreven in Luxemburg. Op de in beslag genomen laptop van klager staan gegevens van vele van zijn cliënten, ook cliënten die niet in dit onderzoek voorkomen en geen (mede-)verdachten zijn. Inbeslagneming had conform de regelgeving dienen plaats te vinden, hetgeen niet is geschied. In deze zaak zijn door de wijze van inbeslagneming alle waarborgen overboord gegooid. Zodoende is het noodzakelijk te oordelen of de inbeslagneming rechtmatig is. De Hoge Raad maakt onderscheid tussen het gebruik van het in beslag genomen voorwerp en het gebruik van de aan dat voorwerp ontleende informatie. Over het laatste kan niet geklaagd worden, over het eerste wel. Zodoende is klager volgens de raadsman tevens ontvankelijk in zijn beklag tegen het gebruik, bestaande uit het maken van de kopie. Met betrekking tot de toepassing van het verschoningsrecht heeft de raadsman aangevoerd dat in het geval van klager noch de rechter-commissaris noch de Deken bij de inbeslagneming betrokken is geweest. Bovendien is verzuimd de rechter-commissaris gelegenheid te geven zich voorafgaand aan de beslagneming uit te laten over de rechtmatigheid van het beslag. Daarmee is klager de mogelijkheid ontnomen om te klagen.
Naast de formele gebreken geldt dat het gebruik onrechtmatig was, omdat het materieel om geheimhoudersstukken gaat. Er staan veel meer stukken op de gegevensdragers dan uitsluitend stukken toeziende op de werkzaamheden voor de medeverdachten. Evenmin is sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden waardoor een geoorloofde doorbreking van het verschoningsrecht zou kunnen plaatsvinden. De raadsman verzoekt de klaagschriften gegrond te verklaren en te gelasten dat alle gemaakte kopieën aan klager worden overhandigd, dan wel worden vernietigd.