Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
In de afgelopen jaren is als verdeelsleutel het aantal cursisten gehanteerd. In 2014 is gebruik gemaakt van dit artikel en is het eigen vermogen van Stichting [verzoekster] aangevuld. Als deze bijzondere aanvulling in 2014 buiten beschouwing wordt gelaten, heeft de stichting zowel in 2013 als in 2014 een negatief resultaat behaald van € 25.000,-- respectievelijk€ 87.000,--. Het eigen vermogen ultimo 2014 zou zonder deze aanvulling negatief € 209.206 hebben bedragen.”
Aan welke voorwaarden moet u voldoen?
U bent een kleine werkgever
Uw onderneming heeft een negatief nettoresultaat over de drie boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst van de werknemers eindigt of niet wordt voortgezet. U voldoet in 2015 niet aan deze voorwaarde omdat u eigen vermogen eind 2014 licht positief is;
De waarde van de vlottende activa van uw onderneming is kleiner dan de schulden met een resterende looptijd van hooguit een jaar. Dit is gemeten aan het einde van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst van de werknemer(s) eindigt of niet wordt voortgezet. U voldoet in 2015 aan deze voorwaarde. (…).”
Uw aanvraag is gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. Uit de door u aangeleverde stukken en de jaarrekeningen over 2013 en 2014 en de prognose, blijkt dat de financiële situatie van de onderneming slechter wordt. Over 2015 verwacht u een negatief bedrijfsresultaat en u verwacht ook dat het eigen vermogen over 2015 negatief zal zijn. U heeft aangegeven dit voor u de aanleiding was om de structuur van de organisatie te wijzigen. Dit leidt tot verval van arbeidsplaatsen. Gezien de financiële cijfers vinden wij dat u voldoende aannemelijk hebt gemaakt dat de financiële situatie vraagt om aanpassingen in de organisatie. Dit ondanks de vraagtekens die werknemer plaatst bij de verschillende onderdelen van de ontslagaanvraag. Het wordt redelijk geacht dat u tijdig en proactief maatregelen treft teneinde te voorkomen dat de bedrijfsresultaten nog slechter worden, danwel om een positieve wending te geven aan een negatieve tendens.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
De functie vereist ervaring onder meer op het gebied van:
leidinggeven aan een onderwijsteam;
ontwikkelen van nieuw onderwijs, didactiek en cursusformats;
opbouwen en onderhouden van een in- en extern netwerk (beroepsverenigingen)
zorgdragen voor bewaking en resultaten van onderwijs.
Daarnaast sluit de inhoud van de functie zoals die vormgegeven is in combinatie met het aantal uren uiteraard niet aan bij mijn capaciteiten. Enkele maanden gelegen lag dit natuurlijk anders. (…) Nu achteraf, is het allemaal mosterd na de maaltijd. (…) Een en ander maakt dat het niet realistisch dat ik enerzijds überhaupt in aanmerking kom voor de positie van Event Manager en anderzijds dat deze vacature zoals die nu vacant is, passend voor mij zou zijn.” Hieruit leidt de kantonrechter af dat [verweerster] zich thans niet langer op het standpunt stelt dat de functie van Event Manager passend is. Voor zover dat anders zou zijn heeft [verzoekster] voldoende onderbouwd dat de functie niet aansluit bij de ervaringen en/of capaciteiten van [verweerster] .
Feit dat je op basis van de juridische toetsing niet op voorhand in aanmerking komt voor een nieuwe functie, betekent niet dat je niet zou kunnen worden aangenomen op een nieuwe functie op basis van de sollicitatieprocedure.”