5.5Indien [eiser] voor de beëindigingsdatum rechtsgeldig op staande voet wordt ontslagen, eindigt de arbeidsovereenkomst tussen Partijen per de datum van het gegeven ontslag op staande voet en kan [eiser] geen rechten aan deze overeenkomst ontlenen (…)”.
g. Op donderdag 29 januari 2015 is [naam 4] . het gebouw van de NOS op het Mediapark binnengedrongen. Hij heeft daarbij een portier bedreigd met een vuurwapen – dat overigens achteraf nep bleek te zijn – en heeft live zendtijd van het Achtuurjournaal geëist.
h. Op 30 januari 2015 is [gedaagde] door een collega van [eiser] gewezen op een zogenaamde ‘post’ die op die dag of omstreeks 18.52 uur door [eiser] is geplaatst op zijn facebookaccount. Deze post bevatte een door [eiser] gemaakte foto van de MCR met als onderschrift:
“Zo lek is alles nu!!! Ik loop gewoon naar binnen hahahaha”.
i. In reactie hierop heeft [naam 5] , Head of Operations bij Ericcson, diezelfde avond telefonisch contact opgenomen met [eiser] en hem gesommeerd de betreffende post direct van facebook te verwijderen. Aan deze sommatie heeft [eiser] op of omstreeks 20.00 uur gehoor gegeven.
j. [naam 5] heeft daarnaast contact opgenomen met de NOS. Van dit overleg is een rapportage opgesteld, waarvan de inhoud, voor zover hier van belang, als volgt luidt:
“(…) In the beginning of the evening an (ex) employee enters NOS building where E/// MCR resides. At that location he takes a photo and places this photo on his facebook account with the description: (Quick translation) “This is how bad security is. I can easily enter the building hahahaha" One of our colleagues notifies this incident and contacts Head of Operations (HoO). At 19:19h HoO contacts Security Officer (SO), with request to block badge and contact security NOS for advice on further steps to be taken. 19:45 SO contact SO NOS and discusses situation. Conclusion: apart from blocking badge no further action necessary. If information is picked up by media, argument of “a vindictive employee” will be sufficient”.
k. Op 31 januari 2015 heeft [gedaagde] [eiser] op staande voet ontslagen. Dit is hem zowel telefonisch als bij brief van 31 januari 2015 meegedeeld.
l. De inhoud van de ontslagbrief luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…) Middels deze brief bevestig ik hetgeen vandaag, 31 januari 2015, telefonisch is besproken tussen uzelf en ondergetekende. In het telefoongesprek heb ik (…) namens [gedaagde] aan u bevestigd dat het dienstverband met u per direct wordt beëindigd op basis van een dringende reden (…) De redenen hiervoor (…) komen op het volgende neer: Op vrijdagavond 30 januari 2015 ben ik door een collega gewezen op een zogenaamde “facebook post” die door u die dag was geplaatst. Deze facebook post bevatte een foto van de [gedaagde] MCR met een onderschrift van u erbij waarin u meldt: “Zo lek is alles nu !!! Ik loop gewoon naar binnen hahahaha” (…) In uw post verwijst u impliciet naar het incident bij de NOS op donderdagavond 29 januari 2015, waar zich een levensbedreigende situatie heeft voorgedaan voor het daar aanwezige personeel (…) Uw foto met opmerking geplaatst op een voor derden toegankelijk medium vinden wij absoluut onbegrijpelijk en ontoelaatbaar en is bovendien in strijd met alle bij [gedaagde] geldende regels, normen en waarden, alsmede met uw verplichtingen uit hoofde van het goed werknemerschap (…) Uit hoofde van de gemaakte afspraken in het kader van de beëindiging van uw dienstverband, was u met ingang van 15 december jl. vrijgesteld van werkzaamheden. U had dus geen enkele rechtsgeldige reden meer om u op de werkvloer te begeven. Met de plaatsing van dit bericht heeft u niet alleen uw verplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst geschonden (artikel 5.4), maar ook de geheimhoudingsverplichting uit de geldende CAO (artikel 15.5 van de [gedaagde] CAO) (…) Wij hebben u in het verleden diverse malen aangesproken op onwenselijk gedrag en communicatie. Dit is wederom een voorbeeld van onwenselijk gedrag (…) Na intern beraad en het inwinnen van juridisch advies, zijn wij tot de conclusie gekomen dat de hierboven beschreven gedragingen in samenhang en afzonderlijk beschouwd dermate ernstig en verwijtbaar zijn dat deze een beëindiging van het dienstverband met onmiddellijke ingang rechtvaardigen (“ontslag op staande voet”). Gezien uw handelwijze kan van ons in redelijkheid niet worden verwacht het dienstverband nog langer voort te zetten (…) Uit hoofde van artikel 5.5 van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst, kunt u na een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet geen rechten meer ontlenen aan de vaststellingsovereenkomst (…)”.
m. Bij brief van 9 februari 2015 heeft (de gemachtigde van) [eiser] een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van het gegeven ontslag op staande voet vanwege het ontbreken van een dringende reden. Verder heeft [eiser] [gedaagde] verzocht dan wel gesommeerd uitvoering te geven aan de tussen partijen geldende vaststellingsovereenkomst.
n. [gedaagde] heeft het ontslag op staande voet niet ingetrokken en is evenmin overgegaan tot betaling van de beëindigingsvergoeding van € 22.174,00.