ECLI:NL:RBZWB:2016:1589
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Instelling van beschermingsbewind tegen de wil van de rechthebbende op verzoek van een zorginstelling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2016 een beschikking gegeven over de instelling van een beschermingsbewind over de goederen van een rechthebbende, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]. Het verzoek tot instelling van het bewind werd ingediend door Stichting GGZ Westelijk Noord-Brabant, vertegenwoordigd door [medewerkster 1]. De rechthebbende, die tijdelijk in een zorginstelling verbleef, was niet in staat om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen, zoals blijkt uit een medische verklaring van [psychiater]. De rechthebbende was het echter niet eens met het verzoek en gaf aan dat hij in staat was om zijn eigen financiën te beheren. Tijdens de zitting op 3 maart 2016 werd duidelijk dat de rechthebbende inmiddels weer zelfstandig in zijn eigen woning woonde en financieel alles zelf regelde, met hulp van een boekhouder. De kantonrechter heeft de schriftelijke akkoordverklaringen van de familieleden in overweging genomen, die instemden met de instelling van het bewind, maar de rechthebbende bleef bij zijn standpunt dat hij het niet eens was met het verzoek. De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de rechthebbende, als gevolg van zijn geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam niet in staat was om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot instelling van het beschermingsbewind ingewilligd en de bewindvoerder benoemd. De beloning van de bewindvoerder is vastgesteld op € 519,40 (excl. BTW).