Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
,nader ook te noemen: betrokkene.
1.De beoordeling
2.De beslissing
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 17 maart 2016 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. W.E.M. Verjans, uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een door de Officier van Justitie te Leeuwarden uitgevaardigd dwangbevel. Betrokkene, die in persoon ter zitting verscheen, had verzet aangetekend tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, omdat hij niet in staat was de sanctie in één keer te voldoen door beslaglegging op zijn inkomen tot de beslagvrije voet. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn verweer toegelicht en aangegeven dat hij meerdere keren contact heeft opgenomen met de betrokken instanties om een betalingsregeling te treffen, maar dat dit niet mogelijk was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de officier van justitie in redelijkheid niet tot het uitvaardigen van het dwangbevel had kunnen komen, gezien de betalingsbereidheid van betrokkene en de onredelijkheid van de kosten die hij door het dwangbevel moest maken.
De kantonrechter heeft het verzet gegrond verklaard en het dwangbevel vernietigd. Tevens is bepaald dat het door betrokkene te betalen bedrag op € 237,- inclusief administratiekosten wordt vastgesteld. De beslissing is gegeven op de openbare zitting van 17 maart 2016, waarbij de griffier aanwezig was. Betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen twee weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, indien hij het niet eens is met de beslissing.