ECLI:NL:RBZWB:2016:1538

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
16 maart 2016
Zaaknummer
4555817 MB VERZ 15-478
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie voor het aanbieden van een geparkeerd voertuig te koop op een niet-toegestane locatie

Op 21 januari 2016 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. W.E.M. Verjans, een beroep behandeld dat was ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betrof een administratieve sanctie van € 180,- die aan de betrokkene was opgelegd voor het aanbieden van een geparkeerd voertuig te koop op een weg of weggedeelte waar dit niet was toegestaan, zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 7 juli 2014 om 15.06 uur op een specifieke locatie, maar de betrokkene betwistte de sanctie en stelde dat het voertuig geparkeerd was in een gewoon parkeervak zonder dat er een parkeerverbod was aangegeven.

Tijdens de zitting heeft de betrokkene zijn gronden van beroep gehandhaafd en benadrukt dat de politie niet effectief handhaafde op criminaliteit in de omgeving. De officier van justitie verdedigde de beslissing en stelde dat er sprake was van handhaving op overlast en dat de verbalisanten terecht hadden gehandeld. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de locatie waar de gedraging was geconstateerd een door het college aangewezen weg was. Hierdoor was er onvoldoende grond om aan te nemen dat de betrokkene de verweten gedraging had begaan.

De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en droeg de officier op het bedrag van de zekerheidstelling, ter hoogte van € 187,-, aan de betrokkene terug te betalen. Tegen deze beslissing was voor de betrokkene geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknummer: 4555817 MB VERZ 15-478
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
uitspraak: 21 januari 2016
Op de in het openbaar gehouden zitting van 21 januari 2016 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door [naam griffier] als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam: : [naam betrokkene]
adres : [adres betrokkene]
woonplaats : [woonplaats betrokkene] , nader ook te noemen: betrokkene.
--------------------
Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon.
Namens de officier van justitie is verschenen [naam officier] , werkzaam bij het CVOM te Utrecht.
De griffier heeft aantekeningen van de zitting gemaakt, welke aantekeningen geacht worden deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 180,- opgelegd ter zake van “Op de weg/ weggedeelte waar dit niet is toegestaan een geparkeerd voertuig te koop aanbieden of verhandelen”, welke gedraging zou zijn verricht op de [straat en woonplaats overtreding] , op 7 juli 2014 om 15.06 uur.
De officier van justitie heeft eerder het beroep van betrokkene ongegrond verklaard.
Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld.

1.De beoordeling

De kantonrechter heeft vervolgens op grond van de volgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing in het openbaar is uitgesproken.
Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sanctie.
Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld de gronden van het beroep te handhaven en hier nog aan toegevoegd dat het voertuig geparkeerd was in een gewoon parkeervak en dat nergens een parkeerverbod aangegeven was. Hij heeft gesteld dat aangegeven is dat er werd gecontroleerd op criminaliteit. Hij benadrukt dat op deze wijze parkeren niet crimineel is en geeft aan dat de actie van de politie niet geholpen heeft omdat de criminaliteit in de omgeving niet gedaald is.
De officier van justitie heeft meegedeeld de beslissing waarvan beroep is ingesteld, alsmede de verwerping van de bezwaren van betrokkene, te handhaven. Hij heeft aangegeven dat er sprake was van handhaving op alle vormen van overlast binnen het gebied en dat ter plaatse drie auto’s te koop aan werden geboden. De officier heeft gesteld dat de verbodsbepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening is opgenomen en dat de verbalisanten terecht gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid.
De kantonrechter stelt vast dat niet uit de beschikking noch uit het dossier blijkt of de locatie waar de gedraging geconstateerd is een door het college aangewezen weg is. Nu dit niet is aangegeven bestaat onvoldoende grond ervan uit te gaan dat betrokkene de verweten gedraging heeft begaan. Dit betekent dat het beroep gegrond wordt verklaard en de bestreden beslissing wordt vernietigd.
De gestelde zekerheid dient aan betrokkene te worden terugbetaald als hierna in de beslissing is bepaald.

2.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van de zekerheidstelling ter hoogte van € 187,- aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier, de kantonrechter,
Tegen deze beslissing is voor betrokkene geen hoger beroep mogelijk.
Datum toezending beslissing: