ECLI:NL:RBZWB:2016:1538
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen administratieve sanctie voor het aanbieden van een geparkeerd voertuig te koop op een niet-toegestane locatie
Op 21 januari 2016 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. W.E.M. Verjans, een beroep behandeld dat was ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betrof een administratieve sanctie van € 180,- die aan de betrokkene was opgelegd voor het aanbieden van een geparkeerd voertuig te koop op een weg of weggedeelte waar dit niet was toegestaan, zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 7 juli 2014 om 15.06 uur op een specifieke locatie, maar de betrokkene betwistte de sanctie en stelde dat het voertuig geparkeerd was in een gewoon parkeervak zonder dat er een parkeerverbod was aangegeven.
Tijdens de zitting heeft de betrokkene zijn gronden van beroep gehandhaafd en benadrukt dat de politie niet effectief handhaafde op criminaliteit in de omgeving. De officier van justitie verdedigde de beslissing en stelde dat er sprake was van handhaving op overlast en dat de verbalisanten terecht hadden gehandeld. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de locatie waar de gedraging was geconstateerd een door het college aangewezen weg was. Hierdoor was er onvoldoende grond om aan te nemen dat de betrokkene de verweten gedraging had begaan.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en droeg de officier op het bedrag van de zekerheidstelling, ter hoogte van € 187,-, aan de betrokkene terug te betalen. Tegen deze beslissing was voor de betrokkene geen hoger beroep mogelijk.