ECLI:NL:RBZWB:2016:1536
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake snelheidsovertreding en misbruik van kenteken
Op 25 februari 2016 heeft de kantonrechter W.E.M. Verjans in de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene in beroep ging tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betrof een snelheidsovertreding waarbij betrokkene een administratieve sanctie van € 132,- was opgelegd voor het overschrijden van de maximum snelheid op autosnelwegen met 17 km/h. Betrokkene voerde aan dat zij niet de bestuurder was van het voertuig dat de overtreding had begaan en dat er sprake was van misbruik van haar kenteken. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie voorgesteld het beroep gegrond te verklaren, omdat er voldoende twijfel was ontstaan over de identiteit van het voertuig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de foto’s waarop de verweten gedragingen te zien zijn, niet overeenkomen met het voertuig van betrokkene, wat leidde tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was dat betrokkene de overtreding had begaan. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en droeg de officier op om de gestelde zekerheid van € 139,- aan betrokkene terug te betalen. De kantonrechter merkte op dat de officier van justitie te snel voorbij was gegaan aan de mogelijkheid van heroverweging, wat onnodige kosten voor betrokkene met zich meebracht. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.