Op 4 maart 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin eiser, een inwoner van Hilvarenbeek, beroep heeft ingesteld tegen besluiten van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek. De zaak betreft de verlening van evenementenvergunningen voor het muziekfestival [naam festival] en een campingarrangement, alsook ontheffingen van het verbod op geluidhinder. Eiser betwistte de rechtmatigheid van deze besluiten, onder andere omdat hij meende dat de evenementen niet in het bestemmingsplan passen en dat de geluidsnormen te hoog zijn. De rechtbank heeft het procesverloop besproken, waarbij eiser zijn bezwaren heeft toegelicht, waaronder de vermeende overlast van geluid en wildplassen tijdens het festival. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester en het college in redelijkheid hebben gehandeld bij het verlenen van de vergunningen en ontheffingen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van eiser voldoende zijn meegewogen en dat de burgemeester gerechtvaardigd was om af te wijken van het evenementenbeleid vanwege bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard en de bestreden besluiten in stand gelaten.