ECLI:NL:RBZWB:2015:9004
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van niet juist verantwoord persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor
Op 3 juni 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen CZ Zorgkantoor B.V. en een eiser, die als wettelijk vertegenwoordiger van zijn dochter optrad. De zaak betreft de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat niet correct was verantwoord. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het Zorgkantoor van 19 december 2014, waarin het Zorgkantoor het pgb voor zijn dochter had vastgesteld en een bedrag van € 3.426,71 terugvorderde. Tijdens de zitting op 23 april 2015 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht, terwijl het Zorgkantoor werd vertegenwoordigd door mr. N. Baytemir.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aan de verplichtingen verbonden aan het pgb had voldaan. Eiser had geen adequate documentatie overgelegd die aantoont dat het pgb was besteed aan zorg zoals bedoeld in de wet. De rechtbank oordeelde dat het Zorgkantoor terecht het pgb lager had vastgesteld en het onterecht betaalde bedrag terugvorderde. De rechtbank benadrukte dat het Zorgkantoor bij de terugvordering een belangenafweging had gemaakt, waarbij het belang van handhaving van de verplichtingen prevaleerde boven de belangen van eiser. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van de besluiten van het Zorgkantoor.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.