Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[verzoeker 1]wonende te [adres 2] ,
[verzoeker 2] ,wonende te [adres 3] ,
1.Het verloop van de procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
f. 3.750,00, later € 1.702,00;
“3.1 De lening is opeisbaar zodra schuldeiser ophoudt lid van de vereniging “ [naam] Landgoed [verzoekster] ” te zijn, zoals overeenkomstig is bepaald in artikel 7 van de statuten van voormelde vereniging. Opeising zal alsdan dienen te geschieden door middel van een aangetekend schrijven gericht aan de schuldenaar en met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste drie maanden.3.2 Na opeising door de schuldeiser van de lening op grond van beëindiging van voormeld lidmaatschap is de vereniging verplicht het alsdan uit hoofde van voormelde geldlening verschuldigde aan schuldeiser te voldoen, zodra de vereniging de beschikking heeft over de gelden, welke een alsdan tot de vereniging toetredend lid aan de vereniging moet voldoen uit hoofde van zijn lidmaatschap aan de vereniging.3.3 Mochten meerdere opzeggingen van het lidmaatschap van de vereniging gedaan worden, zo is de volgorde van de ontvangst van de opeising van de lening, mits gedaan na de beëindiging van het lidmaatschap, bepalend voor de volgorde waarop de schuldeiser recht heeft op aflossing van de lening, zulks in verband met het hiervoor vermelde terzake het ter beschikking hebben van de gelden van een alsdan toetredend lid.”
“1. Nieuwe leden krijgen vanaf 1.7.2014 de keus tussen een lidmaatschap met of zonder ledenlening, waarbij de contributie wordt verhoogd met € 100 indien niet gekozen wordt voor een lidmaatschap met een ledenlening. Hiermee wordt ingestemd onder het voorbehoud dat dit wordt herzien, indien uit een uit te entameren nader juridisch onderzoek zou komen vast te staan dat dit een ongeoorloofde inbreuk is op de rechten van de bestaande houders van een ledenlening.2. Het opgeld wordt met ingang van 1.7.2014 afgeschaft. Hiermee wordt ingestemd. Het bestuur wordt verzocht het entreegeld aan te passen aan het gebruikelijke niveau bij andere verenigingen.3. Vanaf 1.7.2014 zal bij overlijden van leden worden gehandeld cf. de overeenkomst, d.w.z. er zal geen onmiddellijke terugbetaling van de ledenlening meer plaatsvinden. Hiermee wordt ingestemd.4. Personen die op of na 1 januari 2013 lid zijn geworden én een ledenlening hebben moeten nemen, krijgen de gelegenheid om een keus te maken overeenkomstig punt 1. Verrekening van verschuldigde en reeds betaalde bedragen vindt plaats met terugwerkende kracht tot 1.1.2013. Hiermee wordt ingestemd.5. De vereniging heeft haar volledige medewerking aan het, al dan niet in de vorm van een fiscaal-aftrekbare schenking, prijsgeven van de ledenlening. Hiermee wordt ingestemd. Het bestuur wordt wel gevraagd na te gaan op welke wijze meer zekerheid over de aftrekbaarheid kan worden verkregen, resp. of schenking onder voorbehoud van aftrekbaarheid een optie kan zijn.6. (…)7. Ledenlening wordt overdraagbaar aan partner dan wel erfgenamen in de rechte lijn, alsmede aan de gehuwde of geregistreerde partner van een erfgenaam in de rechte lijn, mits de overnemende partij toetreedt als lid van de vereniging. Hiermee wordt ingestemd.8. (…)”
moetvoldoen uit hoofde van zijn lidmaatschap van de vereniging” zoals in artikel 3.2 bepaald.
“participatie”niet in overeenstemming is met de feitelijke juridische grondslag van de schuldbekentenis, te weten de geldleningsovereenkomst, en dat de term
“koopsom”in dit kader ook niet past, maar dat uit de brief wel duidelijk blijkt dat de terugbetaling van het geleende bedrag eerst plaatsvindt nadat [verzoekster] eenzelfde bedrag van een nieuw lid heeft ontvangen. Dat is van meet af aan ook de praktijk geweest, ook nadat het aantal uitstromende leden aanzienlijk groter was dan het aantal nieuwe leden en uitstromende leden derhalve op een wachtlijst werden geplaatst en, in volgorde van opzegging, moesten wachten op terugbetaling van het geleende bedrag. [verzoeker 1] en [verzoeker 2] hebben daartegen tot aan het besluit van 26 juni 2014 geen bezwaar gemaakt.
“zulks in verband met het hiervoor vermelde terzake hetter beschikking hebben(onderstreping kantonrechter)
van de gelden van een alsdan toetredend lid.”