Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.1. De procedure
- de op 10 juni 2014 uitgebrachte dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 27 augustus 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het proces-verbaal van de op 11 november 2014 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
Aandelenverkoop [naam vennootschap]
- KaMaLa Holding B.V. zal op de datum van notariële overdracht een eerste betaling van de koopsom van € 10.000 voldoen;
- KaMaLa Holding B.V. zal zijn ontvangen jaarlijkse fee boven een bedrag van € 125.000 aanwenden ter betaling van de aflossing van de resterende koopsom van € 150.000. De jaarlijkse aflossing zal worden voldaan uiterlijk 14 dagen na beëindiging van het kalenderjaar, voor de eerste maal voor of op 14 januari 2013. Over de verschuldigde koopsom is geen rente verschuldigd;
- Ter zekerheid voor aflossing van de koopsom zal stil pandrecht worden verleend aan Mat2B Holding B.V. door KaMaLa Holding B.V. op een recht evenredig percentage van de aandelen (€ 10.667 verplichting is 1% van de aandelen van Metrical Beheer B.V.) van Metrical Beheer B.V. voor de uitstaande betalingsverplichting.
“4. Functioneren de heer [gedaagde] als statutair directeur,”
Op die vergadering is, in aanwezigheid van [gedaagde] , gestemd over de schorsing van [gedaagde] als bestuurder van Metrical Beheer. [eisers] heeft voor en [gedaagde] heeft tegen de schorsing gestemd.
Bij brief van 7 november 2013 heeft Metrical Beheer voor zover vereist de tussen haar en KaMaLa op 19 november 2008 gesloten managementovereenkomst opgezegd met onmiddellijke ingang.
management feevan [gedaagde] door te betalen bij wijze van voorschot.
3.Het geschil
in conventie
feeen winstgerechtigdheid nastreefde. Het is de verantwoordelijkheid van [eisers] om zich te laten bijstaan.
management feeover de periode november 2013 tot en met augustus 2014 en een bedrag van € 6.500,00 per maand vanaf september 2014;
management feevan [eiser sub 1] over het jaar 2012 tot en met oktober 2013, in welke periode [eiser sub 1] zich geheel of grotendeels onthouden heeft van de uitvoering van zijn taken jegens de vennootschappen als overeengekomen in zijn managementovereenkomst;
4.De beoordeling
in conventie
4.3. Ten aanzien van de vennootschap structuur is de grondslag van de vorderingen het onrechtmatig handelen door [gedaagde] , door misbruik te maken van zijn positie als adviseur. De rechtbank begrijpt dat [gedaagde] verweten wordt dat hij adviseur van eisers was en tevens een eigen belang had. Dat eigen belang heeft de voorrang bij de advisering van eisers gekregen. Bovendien heeft hij niet goed geadviseerd. Eisers stellen dat zij hierdoor zijn benadeeld en schade hebben geleden. Die verwijten betreffen de opgezette structuur van de vennootschappen en de waardering van de aandelen.
De stelling dat hij de waarde van de aandelen onjuist heeft vastgesteld, is zonder voldoende onderbouwing gebleven zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat.
Overigens blijkt uit de overgelegde producties dat [eisers] niet alleen adviezen van [gedaagde] kreeg, maar ook van andere financieel deskundigen. Hij kan eventuele nadelige gevolgen dan ook niet afwentelen op [gedaagde] .
Ook ten aanzien van deze vorderingen geldt dat [eisers] kennelijk ook door anderen werd bijgestaan. Het gaat dan niet aan [gedaagde] , vijf jaar na datum, verwijten te maken terwijl de gevolgen al eerder zichtbaar moeten zijn geweest en [eisers] ook werd bijgestaan door anderen. In dit verband is opmerkelijk dat [eisers] , na te zijn geconfronteerd met een claim van de fiscus omtrent het aanmerkelijk belang in Metrical Beheer en wellicht ook naar aanleiding van de overdracht van hun pensioenvoorziening van Metrical Beheer naar Mat2B, desondanks de nadere overeenkomst van 23 december 2011 heeft getekend en de eerder met [gedaagde] gemaakte afspraken heeft bevestigd en zijn verplichtingen dienaangaande heeft vernieuwd.
Aan de overeenkomst is dus al uitvoering gegeven, echter zonder resultaat. Dat betekent niet dat dan wederom nakoming kan worden gevraagd.
In de procedure tussen onder meer dezelfde partijen gevoerd onder rolnr. HA/ZA 13.856, waarin op 12 augustus 2015 uitspraak is gedaan, heeft de rechtbank al bepaald dat [gedaagde] de aandelen terug moet leveren en dat een deskundige de prijs moet bepalen die [eisers] daarvoor moet betalen. Ook de subsidiaire vordering zal dus worden afgewezen.