ECLI:NL:RBZWB:2015:8264
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van terbeschikkingstelling met voorwaarden na beoordeling van recidiverisico en psychische toestand
Op 24 december 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1984. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met één jaar. De terbeschikkinggestelde was eerder veroordeeld voor doodslag en verkrachting en onderging sinds 21 december 2005 TBS. De rechtbank constateerde dat de TBS laatstelijk was verlengd op 22 januari 2015 met voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
Tijdens de zitting op 10 december 2015 zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord. De reclassering en een externe gedragsdeskundige gaven advies over de voortgang van de TBS. De reclassering meldde dat de terbeschikkinggestelde zich goed had ontwikkeld, ondanks enkele ingrijpende veranderingen in zijn leven. De psychiater Bakkeren concludeerde dat er geen psychiatrisch toestandsbeeld meer aanwezig was en dat het recidiverisico laag was.
De officier van justitie pleitte voor verlenging van de TBS, terwijl de verdediging betoogde dat er geen grond meer was voor verlenging, gezien het lage recidiverisico en het ontbreken van een stoornis. De rechtbank oordeelde dat de TBS niet kon worden verlengd, omdat het gevaarscriterium niet meer aanwezig was. De vordering van de officier van justitie werd afgewezen, en de rechtbank besloot dat de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde beëindigd kon worden.