In deze zaak heeft een politieambtenaar beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef van politie inzake de ingangsdatum van aan hem toegekende periodieken in verband met Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW). De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambtenaar op 1 juni 2010 in dienst is getreden en dat de periodiekmaand in dat besluit is vastgesteld op juni. De ambtenaar heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waardoor het formele rechtskracht heeft verkregen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het nalaten van de ambtenaar om bezwaar te maken tegen de salarisstrook niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van zijn beroep. De rechtbank heeft ook overwogen dat de ambtenaar pas later is geconfronteerd met het belang van de juiste periodiekmaand, maar dat dit de formele rechtskracht van het wijzigingsbesluit niet aantast. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de korpschef terecht is uitgegaan van de periodiekmaand juni bij de toekenning van de OVW-periodieken. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 december 2015.