ECLI:NL:RBZWB:2015:8124
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep van politiefunctionaris tegen weigering periodieken in verband met Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW)
In deze zaak heeft een politiefunctionaris beroep ingesteld tegen de weigering van de korpschef om periodieken toe te kennen in verband met Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW). De eiser, die voorheen als Medewerker BPF-C werkte, werd in 2003 benoemd in de functie van Medewerker BPF-B met een functionele schaal 7, maar werd bezoldigd naar de feitelijke schaal 8. In het aanstellingsbesluit was vastgelegd dat de salarisontwikkelingen van de functie Medewerker BPF-C, voortvloeiend uit CAO-wijzigingen, onverkort van toepassing zouden blijven. Echter, door de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nationale Politie (LFNP) is de functie Medewerker BPF-C komen te vervallen, waardoor de eiser geen aanspraken meer kan ontlenen aan de eerder gemaakte toezeggingen.
De rechtbank heeft op 8 december 2015 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 4 november 2015 heeft de eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De eiser stelde dat zijn functie was gematcht met de LFNP-functie Senior GGP, schaal 8, en dat hij recht had op OVW-periodieken naar schaal 9. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de korpschef terecht heeft gesteld dat de eiser geen aanspraak kan maken op OVW-periodieken, omdat de functie Medewerker BPF-C niet meer bestaat en de salarisontwikkelingen die aan deze functie waren verbonden, niet meer van toepassing zijn.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en benadrukt dat de eiser financieel niet achteruitgaat door het bestreden besluit, aangezien hij jarenlang is bezoldigd naar een hoger niveau dan dat van de functie die hij vervulde. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.