ECLI:NL:RBZWB:2015:7411

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 oktober 2015
Publicatiedatum
20 november 2015
Zaaknummer
4342569
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de officier van justitie wegens termijnoverschrijding en geestelijke beperking van betrokkene

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2015 uitspraak gedaan over een beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie. Betrokkene, die in 1996 onder curatele is gesteld vanwege een geestelijke beperking, heeft samen met zijn curator en gemachtigde ter zitting verklaard dat de termijn voor het indienen van het beroep te laat is ingesteld. De curator heeft verklaard dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke toestand niet in staat is om zijn belangen te behartigen en dat er misbruik is gemaakt van zijn situatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijnoverschrijding bij de kantonrechter verschoonbaar is, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval. De kantonrechter oordeelt dat de curator en de gemachtigde voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de termijnoverschrijding bij de officier van justitie eveneens verschoonbaar is. Hierdoor heeft de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard, onterecht geacht. De kantonrechter heeft vervolgens de sanctie gematigd tot nihil, rekening houdend met de geestelijke toestand van betrokkene en het feit dat de curator niet op de hoogte was van de situatie. De kantonrechter heeft bepaald dat de gestelde zekerheid aan betrokkene moet worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 4342569 \ MB VERZ 15-330
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
uitspraak: 29 oktober 2015
Op de in het openbaar gehouden zitting van 29 oktober 2015 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door S.J. Hernandez als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam: : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
,nader ook te noemen: betrokkene,
gemachtigde : [gemachtigde]
adres : [adres gemachtigde]
woonplaats : [woonplaats gemachtigde] , nader ook te noemen: gemachtigde.
Betrokkene is samen met zijn curator en de gemachtigde ter zitting verschenen.
Namens de officier van justitie is verschenen C.S. de Meer, werkzaam bij het CVOM te Utrecht.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Gemachtigde heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft gemachtigde medegedeeld de gronden van het beroep te handhaven.
De officier van justitie heeft in overweging gegeven het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, nu dit naar zijn mening te laat is ingesteld.

1.De beoordeling

De kantonrechter heeft vervolgens op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Er is zekerheid gesteld voor de betaling van de sanctie maar het beroep bij de kantonrechter is te laat ingesteld.
Voor het instellen van beroep bij de kantonrechter geldt de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht voorziene termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op
11 september 2014. Het beroepschrift van betrokkene is echter eerst op 29 januari 2015 ontvangen.
Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht voorziene termijn van zes weken na verzending van de beschikking waarbij de
administratieve sanctie aan betrokkene is opgelegd. Die termijn eindigde in dit geval op
2 april 2013. De officier van justitie heeft het beroepschrift van betrokkene echter eerst op
27 juni 2013 ontvangen. Dat is te laat.
De curator van betrokkene heeft ter zitting verklaard dat betrokkene als gevolg van een ongeval een geestelijke beperking heeft. Betrokkene is op grond van zijn geestelijke toestand in 1996 onder curatele gesteld. De zus van betrokkene is benoemd als curator en is verantwoordelijk voor zijn administratie en financiën. Curator heeft ter zitting verklaard dat zij de post van betrokkene ontvangt, maar dat zo nu en dan toch poststukken bij betrokkene terecht komen. In 2014 werd curator geconfronteerd met een beslag op de AOW-uitkering van betrokkene. Na doorzoeking van de woning van betrokkene heeft curator de brieven van het CJIB gevonden. Het CJIB heeft alle brieven naar het adres van betrokkene verzonden en betrokkene heeft deze al die tijd voor curator verstopt. Na doorvragen werd voor curator duidelijk dat iemand een bromfiets op naam van betrokkene heeft gezet. Curator heeft meteen actie ondernomen om de situatie op te lossen. In december 2014 trof curator weer een brief van het deurwaarderskantoor aan in de woning van betrokkene. Curator heeft toen meteen de gemachtigde ingeschakeld. Dit was in december 2014. Vervolgens zijn er twee soortgelijke sancties door de officier van justitie op nihil gesteld. In onderhavige zaak is de brief van gemachtigde aangemerkt als een beroep bij de kantonrechter. Na enig onderzoek trof gemachtigde een handgeschreven brief in het dossier aan. Deze is aangemerkt als een beroep bij de officier van justitie. Curator en gemachtigde herkennen de handgeschreven brief niet. Volgens de curator kan betrokkene deze brief niet geschreven hebben. Gemachtigde stelt zich op het standpunt dat de termijnoverschrijdingen niet aan betrokkene en zijn curator te wijten zijn en verzoekt de kantonrechter om de termijnoverschrijding bij de kantonrechter en de officier van justitie verschoonbaar te achten.
De kantonrechter is van oordeel dat de termijnoverschrijding bij de kantonrechter, op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval, verschoonbaar is. De kantonrechter overweegt dat betrokkene in 1996 onder curatele is gesteld en dat hij door zijn geestelijke toestand niet in staat is om zijn belangen te behartigen. De kantonrechter is daarbij van oordeel dat de curator en de gemachtigde voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de termijnoverschrijding bij de officier van justitie eveneens verschoonbaar is. De officier van justitie heeft het beroep derhalve ten onrechte niet ontvankelijk verklaard. Dit wil zeggen dat de kantonrechter toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.
Gemachtigde heeft in haar beroepschrift en ter zitting uitvoerig toegelicht dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. Curator heeft ter zitting benadrukt dat er misbruik is gemaakt van de geestelijke toestand van betrokkene. Betrokkene heeft zich laten overhalen om een bromfiets op zijn naam te zetten. Deze bromfiets is nooit in het bezit van betrokkene geweest. Betrokkene heeft ook nooit aan curator laten merken dat hij een bromfiets op zijn naam heeft gezet. Op enig moment is de bezitter van de bromfiets kennelijk gestopt met het betalen van de verzekering. De opgelegde beschikkingen zijn vervolgens naar het adres van betrokkene verzonden. Alle post moet echter naar curator worden verzonden. Betrokkene heeft alle brieven voor curator verstopt. Pas toen de deurwaarder in beeld kwam werd voor curator duidelijk dat er iets gaande was. De gemachtigde stelt zich op het standpunt dat de verweten gedraging niet aan betrokkene kan worden toegerekend nu hij op grond van zijn geestelijke toestand onder curatele staat. Gemachtigde stelt dat betrokkene de gevolgen van zijn handelen niet kan overzien en dat diens curator het niet in haar macht had eerder een einde te maken aan de situatie.
De kantonrechter stelt vast dat de bromfiets ten tijde van de verweten gedraging op naam van betrokkene stond en dat deze bromfiets onverzekerd was. De verweten gedraging is op grond van het zaakoverzicht en de verklaringen van curator en gemachtigde komen vast te staan. De beschikking is derhalve terecht opgelegd. De kantonrechter overweegt dat betrokkene onder curatele staat en dat er op enig moment zonder toestemming van de curator een bromfiets op naam van betrokkene is gezet. Betrokkene is op grond van zijn geestelijke toestand niet in staat om zijn belangen te behartigen. Het is daarom mogelijk dat er misbruik is gemaakt van zijn geestelijke toestand. De kantonrechter is van oordeel dat de curator voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet op de hoogte was van de situatie en dat zij derhalve niet in staat was om eerder een einde te maken aan de situatie. De kantonrechter is van oordeel dat hij rekening dient te houden met de bijzondere omstandigheden van het geval. De kantonrechter overweegt ten slotte dat de overige sancties door de officier van justitie op nihil zijn gesteld. De kantonrechter ziet, alles overwegende, voldoende aanleiding om ook deze sanctie te matigen tot nihil.
De gestelde zekerheid dient aan betrokkene te worden terugbetaald als hierna bepaald.

2.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt de bestreden beslissing in die zin, dat de sanctie wordt gematigd tot nihil;
  • draagt de officier van justitie op een bedrag van € 337,00 = van de zekerheidstelling aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier, de kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, team kanton, locatie Bergen op Zoom, (118 4600 AC Bergen op Zoom) en dient door degene die bij het team kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending beslissing: