ECLI:NL:RBZWB:2015:6953

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2015
Publicatiedatum
30 oktober 2015
Zaaknummer
C/02/282629 / HA ZA 14-398
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke geschil tussen fotograaf en gedaagde over gebruik van foto's zonder betaling en naamsvermelding

In deze zaak vorderde eiseres, een professionele fotografe, betaling van onbetaalde facturen door gedaagde, Schilpartners B.V., voor het maken van foto's. Eiseres had in opdracht van gedaagde foto's gemaakt, maar de facturen waren onbetaald gebleven. Gedaagde gebruikte de foto's op haar website zonder de naam van de fotograaf te vermelden. De rechtbank oordeelde dat de foto's auteursrechtelijk beschermd zijn en dat gedaagde een onbeperkte licentie had gekregen voor het gebruik van de foto's. De rechtbank bepaalde de vergoeding op € 250,- per foto en wees de vorderingen van eiseres voor eigendomsoverdracht van het auteursrecht af. Eiseres werd wel toegewezen een schadevergoeding van 25% van de prijs van een foto voor het niet vermelden van haar naam. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van eiseres voor een hogere schadevergoeding niet onderbouwd waren en dat de gedaagde niet aansprakelijk was voor de schade van eiseres.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/282629 / HA ZA 14-398
Vonnis van 28 oktober 2015
in de zaak van
[eiseres] h.o.d.n. [naam bedrijf],
wonende te Sint-Maartensdijk, gemeente Tholen,
eiseres,
advocaat mr. H.E.C.M. Nieland te Bergen op Zoom,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHILPARTNERS B.V. h.o.d.n. PIEPERLINE HOLLAND,
gevestigd te Sint-Annaland, gemeente Tholen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2],
gevestigd te Sint-Annaland, gemeente Tholen,
gedaagden,
advocaat mr. J.J.R. Albicher te Roosendaal.
Eiseres zal hierna [eiseres] worden genoemd. Gedaagden gezamenlijk zullen worden aangeduid met Schilpartners c.s., individueel met hun eigen naam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 augustus 2014 met de daarin genoemde stukken,
- de akte van depot van 11 november 2014 van de zijde van Schilpartners c.s. met de
originele facturen van 21 mei 2009 en 11 juni 2009,
- twee akten overlegging producties van 26 november 2014 van de zijde van
[eiseres] met producties 15 tot en met 37,
- het F8-formulier van 26 november 2014 van de zijde van Schilpartners c.s. met
producties 3 en 4,
- de akte overlegging productie 38 van 26 februari 2015 van de zijde van
[eiseres] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 26 februari 2015,
- de akte houdende producties van 25 maart 2015 van de zijde van [eiseres] met
producties 39 tot en met 46,
- de akte aanvulling rechtsgronden van 11 maart 2015 van de zijde van [eiseres] ,
- de antwoordakte, tevens akte overlegging producties van 22 april 2015 van de zijde
van Schilpartners c.s. met producties 5 tot en met 8.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en [naam ex-partner] zijn gehuwd geweest. [De ex-partner] heeft de echtelijke woning op of rond 20 mei 2009 verlaten.
2.2.
[eiseres] is actief als professioneel fotografe onder de naam
[naam bedrijf] .
2.3.
[De ex-partner] is bestuurder van [gedaagde sub 2] , moedervennootschap van Schilpartners B.V. welke laatste vennootschap zich bezighoudt met de kweek van aardappels en de verkoop van aardappelproducten.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - hoofdelijke veroordeling van Schilpartners c.s. tot betaling van primair € 32.043,82, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding en een bedrag van € 1.700.945,51, subsidiair betaling van
€ 33.974.683,- en meer subsidiair betaling van € 10.131.705,-, vermeerderd met proces- en nakosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar
primairevordering ten grondslag dat Schilpartners B.V. haar als professioneel fotografe in aansluiting op eerdere opdrachten op basis van haar offerte van 27 november 2007 opdracht heeft gegeven tot het maken van bedrijfsfoto’s ten behoeve van haar website, visitekaartjes en een bedrijfsbrochure. Deze opdracht heeft geleid tot 21 geleverde foto’s. De desbetreffende facturen van 21 mei 2009 ad € 16.660,- en van
11 juni 2009 ad € 2.356,20, die zonder protest zijn behouden, zijn onbetaald gebleven. Inclusief incassokosten en de wettelijke handelsrente is tot aan de dag der dagvaarding te dezen verschuldigd een bedrag van € 32.043,82.
De foto’s op de website worden door Schilpartners B.V. nog steeds gebruikt, vanaf 2009 vergezeld van een eigen copyrightvermelding. Waar Schilpartners B.V. zich kennelijk op het standpunt stelt dat aan haar de eigendom van de auteursrechten op de 21 foto’s is overgedragen, is zij gehouden een vergoeding te betalen ad € 1.162.350,- exclusief btw, gebaseerd op tien maal de in 2006 geldende licentievergoeding ad € 5.535,- per foto per jaar. Aldus is voor 21 foto’s inclusief btw en rente een bedrag verschuldigd van
€ 1.700.045,51.
3.3.
Voor het geval de eigendom niet is overgegaan, betoogt [eiseres]
subsidiairdat op de tussen partijen geldende overeenkomst van opdracht de algemene voorwaarden van de FotografenFederatie (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing zijn, nu daarnaar in de offerte wordt verwezen, zulks met bijsluiting ervan. Hetzelfde was het geval bij andere opdrachtgevers. Daarbij komt dat de algemene voorwaarden ingelijst hingen in het gezamenlijke kantoor van [naam bestuurder gedaagde sub 2] en [eiseres] , terwijl [eiseres] voorts in het kantoor en later in de gezamenlijke caravan ten behoeve van haar klanten rode kaartjes had liggen waarop algemene informatie over het auteursrecht van de fotograaf stond vermeld. Schilpartners B.V. heeft de foto’s gebruikt voor de website, visitekaartjes, brochure, agenda en twee vlaggen, alsmede product- en allergeenspecificaties. Nu haar uitstaande facturen voor het feitelijk gebruik niet waren voldaan, heeft [eiseres] uit hoofde van de artikelen 5.6 en 18 van de algemene voorwaarden recht op een vergoeding van ten minste driemaal de gebruikelijke licentievergoeding, die volgens de richtprijzen van de Nederlandse Vakfotografie in 2009 € 6.038,- per afgebeelde foto per jaar bedroeg. Er is in de periode 2009 - 2014 sprake van totaal 231 inbreukmakende foto’s, hetgeen een totale vergoeding oplevert van € 26.726.941,-, rekening houdend met de jaarlijks opgelopen richtprijzen. Waar [eiseres] als maker niet was vermeld, is Schilpartners B.V. ex artikel 19 van de algemene voorwaarden daarenboven een boete verschuldigd van € 7.247.742,-.
3.4.
Meer subsidiairstelt [eiseres] dat Schilpartners B.V. geen licentie had om de foto’s te gebruiken voor de vlag, agenda en productspecificaties. Het desbetreffende gebruik levert strijd op met artikel 18 van de algemene voorwaarden, hetgeen voor 23 foto’s een vergoeding met zich brengt van € 2.883.963,- te vermeerderen met de voormelde vergoeding ex artikel 19 ad € 7.247.742,-.
3.5.
Tijdens de comparitie heeft [eiseres] de grondslag van haar vordering inzake het niet vermelden van haar naam aangevuld met onrechtmatig handelen nu dit in strijd is met de Auteurswet. Bij akte van 11 maart 2015 heeft [eiseres] , naast wanprestatie, aan ál haar vorderingen mede onrechtmatige daad ten grondslag gelegd. Zij voert hiertoe aan dat door het zonder betaling gebruiken van de foto’s inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht, terwijl voorts sprake is van plagiaat door het ten onrechte voeren van het copyrightsymbool.
3.6.
Nu Schilpartners B.V. een dochteronderneming is van [gedaagde sub 2]
(de rechtbank verstaat [gedaagde sub 2] ), deze vennootschap de volledige zeggenschap over Schilpartners B.V. heeft en van het handelen van Schilpartners B.V. profijt trekt, is [eiseres] gerechtigd haar in rechte te betrekken omdat zij in de hoedanigheid van bestuurder van Schilpartners B.V. een onrechtmatige daad heeft gepleegd, aldus [eiseres] .
3.7.
Schilpartners c.s. voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] . Zij maken vooreerst bezwaar tegen de uitbreiding van de juridische grondslag van de vorderingen van [eiseres] nu zij daardoor in hun verweer zijn geschaad. Voorts betwisten zij dat Schilpartners B.V. ooit [eiseres] opdracht heeft gegeven tot het maken van foto’s. Na haar ongeval in 1994 is [eiseres] slechts hobbymatig bezig geweest. Schilpartners B.V. is niet bekend met de offerte van
27 november 2007, algemene voorwaarden, facturen, aanmaningen, brieven en een rood kaartje. Wel zijn ontvangen de bij de rechtbank gedeponeerde facturen van 21 mei 2009 en 11 juni 2009 en de brief van [eiseres] van 13 mei 2014. In geen van deze stukken, waartegen is geprotesteerd, wordt verwezen naar algemene voorwaarden. Voor het hanteren van de algemene voorwaarden en de tarieven volgens de fotografenrichtlijnen is volgens Schilpartners c.s. geen enkele grondslag. Daarnaast zijn de gevorderde bedragen in strijd met de redelijkheid en billijkheid, stroken zij niet met de tarieven genoemd in de offerte van 27 november 2007 en zijn zij voor rechterlijke matiging vatbaar.
3.8.
Afgezien van het bovenstaande betogen Schilpartners c.s. dat er geen auteursrecht, en dus ook geen licentie, op de foto’s bestaat nu deze niet kunnen worden aangemerkt als een werk in de zin van de Auteurswet. Er is derhalve tevens geen verplichting tot naamsvermelding. Voor het geval wel sprake mocht zijn van auteursrecht, heeft Schilpartners B.V. nooit gepretendeerd rechthebbende te zijn. De copyright notice heeft betrekking op de lay-out van de website. Overigens kan het auteursrecht bij gebreke van een schriftelijke akte niet aan Schilpartners B.V. zijn overgedragen. [eiseres] heeft in ieder geval van haar beweerdelijke auteursrecht afstand gedaan nu zij de foto’s, brochures etc. aan
[naam bestuurder gedaagde sub 2] heeft verstrekt toen de verstandhouding tussen hen nog goed was.
3.9.
De brochures en visitekaartjes worden sedert 21 mei 2009 niet meer gebruikt, gelet op de adreswijziging van [naam bestuurder gedaagde sub 2] . Het gebruik van de foto’s op de website is uiterlijk 14 mei 2014 gestaakt. Hetzelfde geldt voor de product- en allergeenspecificaties. Eenmaal is er een vlag gebruikt, terwijl er slechts één advertentie is geweest met drie foto’s in de agrarische AGF agenda van 2010. De foto’s, visitekaartjes en brochure zijn in 2008 tijdens huwelijk door [eiseres] aan [naam bestuurder gedaagde sub 2] ter beschikking gesteld, mede ter voldoening aan haar verplichting uit hoofde van artikel 1:81 BW. Zij heeft nooit tegen enig gebruik van de foto’s bezwaar gemaakt.
3.10.
Wat de subsidiaire vordering betreft, betwisten Schilpartners c.s. dat de foto’s op de website 163 maal zijn gebruikt. Omdat dezelfde foto’s een aantal malen terugkomen, zijn de facto slechts 17 foto’s gebruikt, inclusief de product- en allergeenspecificaties. Op de visitekaartjes zijn vier foto’s, op de vlag drie foto’s, in de brochure zeven foto’s en in de agenda drie foto’s gebruikt. Het gaat derhalve om het gebruik van 34 foto’s gedurende een kortere periode.
3.11.
Inzake de vordering wegens het niet vermelden van de naam van de maker stellen Schilpartners c.s. dat gedurende een korte periode dan vijf jaar niet 198 maar slechts
23 maal een foto is gebruikt zonder naamsvermelding. Voorts heeft [eiseres] zich nimmer over het niet vermelden van haar naam beklaagd, hetgeen haar verzet thans in strijd met de redelijkheid en billijkheid doet zijn. Ook is door haar geen daaruit voortvloeiende schade gesteld.
3.12.
Schilpartners c.s. betwisten dat [gedaagde sub 2] bij de onderhavige zaak betrokken is en dat door haar als bestuurder van Schilpartners B.V. onrechtmatig is gehandeld.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verwerpt het bezwaar van Schilpartners c.s. tegen de uitbreiding van de juridische grondslag van de vorderingen van [eiseres] nu zij vanaf den beginne af aan heeft betoogd dat zij auteursrecht heeft op de door haar gemaakte en aan Schilpartners verstrekte foto’s, waarop door Schilpartners B.V. inbreuk is gemaakt. Reeds in het kader van de comparitie van partijen heeft [eiseres] , wat de kwestie inzake de naamsvermelding betreft, de rechtsgrond van het bestaan van een overeenkomst aangevuld met onrechtmatig handelen van Schilpartners B.V. Dat brengt met zich dat Schilpartners c.s. voldoende gelegenheid hebben gehad daartegen inhoudelijk verweer te voeren. Dat onrechtmatig handelen nadien ook aan de overige vorderingen van [eiseres] ten grondslag is gelegd, doet daaraan niet af, waar het gaat om hetzelfde feitencomplex. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de uitbreiding van de juridische grondslag niet in strijd is met een goede procesorde.
Primair
4.2.
De rechtbank stelt vast dat Schilpartners B.V. in het verleden foto’s van [eiseres] heeft afgenomen en betaald. Zij verwijst hierbij naar hetgeen Schilpartners B.V. tijdens de comparitie heeft verklaard alsmede naar de producties 29, 30 en 31 alsmede 39 tot en met 46 van [eiseres] , houdende offertes aan Schilpartners B.V. en aan derden, alsede de daarop gebaseerde betalingen. Het betoog van Schilpartners c.s. dat [eiseres] de foto’s aan [naam bestuurder gedaagde sub 2] heeft verstrekt om te voldoen aan haar verplichting ex artikel 1:81 BW en dat hij ze op zijn beurt om dezelfde reden à titre personnel heeft betaald, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Gelet op het feit dat [eiseres] tot haar ongeluk in 1994 als professioneel fotografe bezig is geweest en, zoals uit voornoemde producties blijkt, ook (wellicht op kleinere schaal) nadien, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat zij - in navolging van haar eerdere activiteiten ten behoeve van Schilpartners B.V. - in opdracht van Schilpartners B.V. in de uitoefening van haar beroep de foto’s heeft gemaakt en geleverd, hetgeen met zich brengt dat Schilpartners B.V. ingevolge artikel 7:405 lid 1 BW aan [eiseres] loon is verschuldigd. Nu de ontvangst van de offerte van 27 november 2007 en de totstandkoming van een daarop gebaseerde overeenkomst door Schilpartners c.s. worden betwist, staan de inhoud en omvang van de overeenkomst, afgezien van het leveren van
21 foto’s, niet vast. Door [eiseres] is weliswaar gesteld dat partijen conform de offerte en algemene voorwaarden overeenstemming hebben bereikt doch gelet op het gemotiveerde verweer van Schilpartners c.s. en de door hen in het geding gebrachte originele facturen, wordt deze stelling door de rechtbank gepasseerd, waarbij de rechtbank eveneens voorbijgaat aan het slechts in algemene termen geformuleerde bewijsaanbod van [eiseres] . Ten aanzien van de rode kaartjes merkt de rechtbank nog op dat daarin niets te lezen valt over algemene voorwaarden. Het bovenstaande in aanmerking nemende zal de rechtbank de hoogte van het [eiseres] toekomende loon op de voet van artikel
7:405 lid 2 BW vaststellen. Gelet op de bedragen die [eiseres] blijkens de producties 39 tot en met 44 gebruikelijk aan derden factureerde, acht de rechtbank een loon van € 250,- per foto, derhalve voor de betrokken 21 foto’s totaal € 5.250,-, vermeerderd met een bedrag van € 750,- in verband met kosten redelijk. De rechtbank merkt op dat de producties 28 tot en met 31 geen uitsluitsel bieden van hetgeen normaliter aan Schilpartners B.V. zelf werd gefactureerd, nu daarin geen aantallen foto’s staan vermeld, doch gezien de hoogte van de bedragen en de aard van de opdrachten kan ervan uit worden gegaan dat de tarieven gelijksoortig waren aan die aan derden in rekening werden gebracht. Samenvattend acht de rechtbank een bedrag van € 6.000,- toewijsbaar, waarbij zij eventueel daarover verschuldigde btw buiten beschouwing laat.
4.3.
De rechtbank oordeelt dat de tussen partijen gesloten overeenkomst gekwalificeerd dient te worden als een handelsovereenkomst in de zin van art. 6:119a BW, zodat de gevorderde wettelijke handelsrente vanaf de datum van de dagvaarding zal worden toegewezen. De gevorderde incassokosten wijst de rechtbank af nu deze op generlei wijze zijn onderbouwd.
4.4.
De vordering strekkende tot betaling van een vergoeding in verband met eigendomsoverdracht van auteursrecht op de foto’s wijst de rechtbank alleen al daarom af waar ingevolge artikel 2 lid 2 Aw de voor gehele of gedeeltelijke overdracht vereiste levering alleen kan geschieden bij authentieke of onderhandse akte, hetgeen niet is geschied. In aanmerking nemende hetgeen op de door Schilpartners c.s. in het geding gebrachte originele facturen staat vermeld, houdt de rechtbank het dan ook ervoor dat door [eiseres] een in tijd onbeperkte licentie is verstrekt voor het gebruik van de foto’s ten behoeve van de website, visitekaartjes en brochure van Schilpartners B.V. Van een telkenjare opnieuw te betalen licentievergoeding is de rechtbank niet gebleken, hierbij tevens in aanmerking nemende dat door [eiseres] geen (vervolg)facturen op jaarbasis zijn verstuurd.
Subsidiair
4.5.
[eiseres] vordert een vergoeding voor het gebruik van de foto’s, waar dit heeft plaatsgehad voordat de facturen van [eiseres] waren voldaan. Gelet op hetgeen de rechtbank in r.o. 4.2. over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft overwogen, treft deze vordering, voor zover zij daarop is gebaseerd, geen doel. Voorts heeft [eiseres] nagelaten te stellen waarom bedoeld voorgebruik van de foto’s als onrechtmatig dient te worden aangemerkt. De rechtbank zal dan ook de vordering tot betaling van een bedrag van € 26.726.941,- afwijzen. De vordering inzake het door Schilpartners B.V. niet vermelden van de naam van de maker van de foto’s zal in het kader van de behandeling van de meer subsidiaire vordering aan de orde komen.
Meer subsidiair
4.6.
Zoals in r.o. 4.4. is overwogen, gaat de rechtbank ervan uit dat de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht zich beperkte tot het gebruik van de foto’s voor de visitekaartjes, website en brochure. Teneinde te beoordelen of het gebruik ervan voor de vlag, agenda en de product- en allergeenspecificaties inbreuk oplevert op auteursrechten van [eiseres] dient eerst te worden vastgesteld of de foto’s als een beschermd werk in de zin van de Auteurswet kunnen worden aangemerkt. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Zij is van oordeel dat de foto’s als oorspronkelijk kunnen worden beschouwd, waarvoor zij bijvoorbeeld verwijst naar het effect van de zon in de planten en de rangschikking van de aardappels in het stilleven. Daarbij komt dat de foto’s in serie gezien een authentiek en creatief beeld opleveren van het productieproces van de aardappel. Dit brengt met zich dat [eiseres] recht heeft op vergoeding van de door haar als gevolg van de onrechtmatige inbreuk op haar auteursrecht geleden schade. Voor het begroten van de schade dient aangeknoopt te worden bij de vergoeding die [eiseres] bedongen zou kunnen hebben als haar vooraf toestemming voor het gebruik van de foto’s voor de vlag, agenda en specificaties zou zijn gevraagd. Voor het aanhaken aan de algemene voorwaarden en de richtprijzen van de FotografenFederatie bestaat geen wettelijke grondslag en is voorts in strijd met de redelijkheid en billijkheid gelet op de hoogte van de door [eiseres] gebruikelijk gehanteerde tarieven. De rechtbank stelt vast dat voor de vlag drie foto’s zijn gebruikt, twee foto’s voor de vijf productspecificaties en vier foto’s in de advertentie in de agrarische agenda 2010, derhalve totaal negen foto’s. In aansluiting op hetgeen zij in
r.o. 4.2. heeft overwogen, acht de rechtbank een vergoeding per foto ad € 250,-- redelijk, hetgeen resulteert in een schade van € 2.250,-. De rechtbank ziet geen reden een hoger schadebedrag te begroten in verband met het mogelijk gebruik op meerdere vlaggen, agendapagina’s en productspecificaties waar [eiseres] , zoals onder meer blijkt uit de door haar overgelegde producties 41 en 42 inzake meerdere banners, voor meergebruik in het verleden geen hogere tarieven rekende. Ten slotte overweegt de rechtbank hierbij opnieuw dat haar niet is gebleken dat voor de verstrekte licenties ieder jaar opnieuw een licentievergoeding verschuldigd was.
4.7.
Ingevolge artikel 25 lid 1a Aw heeft [eiseres] het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van de foto’s zonder vermelding van haar naam, tenzij dit verzet in strijd is met de redelijkheid. De rechtbank is van oordeel dat Schilpartners B.V. door het niet vermelden van de maker van de foto’s op de website jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld. Wat het gebruik van het copyrightteken op de website betreft, acht de rechtbank het verweer van Schilpartners B.V. dat dit betrekking heeft op de lay-out van de site aannemelijk. Dit neemt niet weg dat het op de weg van Schilpartners B.V. had gelegen op haar website te vermelden dat [eiseres] de maker van de daarop voorkomende foto’s is. De rechtbank volgt Schilpartners waar zij stelt dat de facto 17 foto’s, inclusief die van de product- en allergeenspecificaties, op de website zijn gebruikt. Nu [eiseres] , zoals zij ter comparitie betoogde, gelet op de onderneming die zij nog steeds uitoefent, en ook persoonlijk, voordeel erbij heeft dat haar naam als fotografe zoveel mogelijk bekendheid geniet, lijdt zij door de niet-vermelding daarvan schade, hetgeen Schilpartners valt toe te rekenen. Ten aanzien van de begroting van deze schade acht de rechtbank ook hier geen termen aanwezig aan te haken aan de algemene voorwaarden en tarieven van de FotografenFederatie. Een vergoeding inzake de niet naamsvermelding ter hoogte van 25% van de in r.o. 4.2 begrote gebruikelijke vergoeding ad € 250,- voor het gebruik van een foto, derhalve totaal € 1.062,50, acht de rechtbank redelijk.
4.8.
Anders dan [eiseres] is de rechtbank van oordeel dat het verzet van [eiseres] tegen de niet-naamsvermelding bij de foto’s in de agrarische agenda en de vlaggen in strijd is met de redelijkheid. Naamsvermelding in het kader van een advertentie, zoals die in de agenda is verwerkt, is niet gebruikelijk. De foto in de agenda is overigens afgeleid van dewelke te zien is op de door [eiseres] geleverde visitekaartjes, waarop door haarzelf geen naamsvermelding is geplaatst. Voorts wordt normaliter op een vlag geen naam van de ontwerper vermeld.
4.9.
De rechtbank verwerpt de stelling van [eiseres] dat [gedaagde sub 2] in de hoedanigheid van bestuurder van Schilpartners B.V. hoofdelijk aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade waar [eiseres] heeft nagelaten te onderbouwen waarom genoemde vennootschap en in haar verlengde [naam bestuurder gedaagde sub 2] persoonlijk een ernstig verwijt te dezen treft. De rechtbank zal dan ook de vorderingen jegens [gedaagde sub 2] afwijzen.
4.10.
Waar naar het oordeel van de rechtbank de kern van het geschil tussen partijen gelegen is in de voormalige familierechtelijke betrekking tussen [eiseres] en [naam bestuurder gedaagde sub 2] zal zij de proceskosten compenseren in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
veroordeelt Schilpartners B.V. om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 6.000,- exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening,
veroordeelt Schilpartners B.V. om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 3.312,50,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde,
compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.M. Raaijmaakers-Rottier en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2015. [1]

Voetnoten

1.type: