4.1.De kantonrechter voert het volgende aan.
- Verzoeker is twee keer op een rolzitting verschenen. De eerste behandeling duurde kort, omdat hij –de kantonrechter- hem aangaf dat hij, om de zaak te kunnen beoordelen, de eindafrekening van Essent wilde zien. Een week later is verzoeker opnieuw verschenen en is de zaak zeer uitvoerig besproken. Zoals bij dit soort zaken gebruikelijk was de eisende partij niet ter zitting aanwezig. De zitting heeft ongeveer een half uur geduurd. De kantonrechter stelt zijn best te hebben gedaan uit te leggen hoe de betaling van voorschotten en de jaar- en eindafrekening zich tot elkaar verhouden.
- Samengevat komt de zaak op het volgende neer. Verzoeker heeft op zeker moment besloten van energieleverancier te wisselen. Die wisseling heeft ingaande 5 januari 2015 zijn beslag gekregen. In november 2014 had verzoeker nog een jaarafrekening van Essent ontvangen. Vervolgens zijn hem bij facturen van 1 december 2014 en 1 januari 2015 voorschotten van respectievelijk € 127,00 en € 142,00 in rekening gebracht. Het voorschot van december is medio december 2014 betaald. Eind januari 2015 ontving verzoeker de eindafrekening van Essent. De afrekening sloot op een nog te betalen bedrag van ongeveer € 60,00. Verzoeker heeft dit bedrag betaald. Blijkens de afrekening was rekening gehouden met de gefactureerde voorschotten van in totaal € 267,00. Essent ging er (dus) bij het opstellen van de eindafrekening vanuit dat de voorschotten betaald zouden zijn.
Verzoeker kon niet aantonen dat hij het tweede voorschot betaald had, zodat hij –de kantonrechter- hem tijdens de zitting liet weten, dat dat voorschot mitsdien alsnog betaald zou moeten worden. Daarbij heeft hij verzoeker ook gevraagd of hij kon aantonen dat hij de eindafrekening betaald had. Verzoeker kon enkel de betaling van het voorschot van december 2014 en de betaling van het volgens de eindnota nog te betalen bedrag aantonen. De automatische afschrijving van het voorschot januari 2014 heeft verzoeker volgens de kantonrechter gestorneerd.
- De onduidelijkheid voor verzoeker zat niet alleen in ‘het systeem’ en de misschien niet voor ieder duidelijke omschrijving van de eindnota, maar ook in het feit dat de nieuwe energieleverancier ook een voorschot over januari 2015 in rekening heeft gebracht. Verzoeker ontving dan ook twee voorschotnota’s over januari 2015, terwijl in zijn beleving toch maar voor één maand energie werd afgenomen.
- In de brief van DPS van 4 mei 2015 waarop verzoeker op de zitting wees, staat dat eventueel teveel in rekening gebrachte voorschotten verrekend zouden worden met de nieuwe energieleverancier. De kantonrechter voert aan dat hij verzoeker heeft meegedeeld dat dat een fout is in de brief. Een door de oude leverancier teveel in rekening gebracht voorschot kan natuurlijk niet verrekend worden door de nieuwe leverancier.
- Volgens de kantonrechter heeft verzoeker de eindafrekening niet betwist. De kantonrechter kan zich niet herinneren dat verzoeker om een onafhankelijk onderzoek gevraagd heeft. Maar voor zover hij dat gedaan heeft, zou een onderzoek geen bijdrage leveren aan de beoordeling van de zaak, omdat, als gezegd, de eindafrekening en mitsdien het verbruik tot 5 januari 2015 niet betwist werd. In elk geval is niet gezegd dat de begin- en eindstand op de eindnota onjuist waren.
- In de zaak is nog geen vonnis gewezen zodat verzoeker niet weet welke de beslissing zou zijn met betrekking tot de proceskosten. Verzoeker heeft opgemerkt dat hij gelet op de gang van zaken niet in de kosten veroordeeld zou moeten worden. De kantonrechter voert aan daarop te hebben gereageerd dat DPS niet verweten kan worden een procedure aanhangig te hebben gemaakt wanneer een voorschotnota niet betaald is en het de vraag is of de fout in de brief van 4 mei 2015 voldoende is om de kosten voor rekening van DPS te laten.
- Verzoeker heeft naar de mening van de kantonrechter begrepen dat hij het gevorderde bedrag zal moeten betalen. Niet in het gelijk worden gesteld betekent volgens de kantonrechter niet dat hij partijdig is ten gunste van de partij die in het gelijk wordt gesteld.