ECLI:NL:RBZWB:2015:606
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over handhaving van geluidsnormen in bestuursrechtelijke procedure
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 26 januari 2015, wordt de zaak behandeld tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 17 maart 2014, waarin het college zijn verzoek om handhaving ten aanzien van geluidsnormen van een nabijgelegen bedrijf heeft afgewezen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gehouden op 13 november 2014, waarbij de eiser aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door mr. B. Wouters, ing. W. van Loon en E.J.P. de Koster.
De rechtbank overweegt dat de geluidsmetingen die zijn uitgevoerd in de nacht van 17 op 18 juli 2012, waaruit blijkt dat de geluidsnormen op het referentiepunt Flat_[naam bedrijf] zijn overschreden, niet betrouwbaar zijn. Dit komt door de grote afstand tussen de inrichting en het referentiepunt, waardoor de toegepaste meetmethode niet geschikt is. De rechtbank stelt vast dat het college niet op de juiste wijze heeft gemotiveerd waarom handhavend optreden niet noodzakelijk is, en dat er een motiveringsgebrek in het bestreden besluit zit.
De rechtbank biedt het college de gelegenheid om het motiveringsgebrek te herstellen door een nieuwe geluidsmeting uit te voeren volgens een andere meetmethode. De termijn voor herstel is vastgesteld op drie maanden. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de vergoeding van griffierecht en proceskosten nog niet aan de orde is. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. J.J.M. van Lanen, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier.