Uitganspunt is, dat op de eisende procespartij, mede om later onzekerheden bij een eventuele executie te voorkomen, een bijzondere zorgvuldigheidsverplichting rust om geen misverstand over haar eigen identiteit in het leven te roepen. Indien een niet-bestaande vennootschap als eisende partij optreedt, dan leidt dat, volgens vaste jurisprudentie, tot niet ontvankelijkheid. Wanneer de juiste vennootschap als partij optreedt, maar haar naam in de dagvaarding foutief is weergegeven, dan kan -volgens vaste jurisprudentie- onder omstandigheden herstel van de foutieve vermelding plaatsvinden doordat de rechter het desbetreffende gedingstuk verbeterd leest. Vereist is in dat geval, dat de vergissing voor gedaagde kenbaar was, de gedaagde door de vergissing en de rectificatie daarvan niet wordt benadeeld of in zijn verdediging wordt geschaad en de rectificatie tijdig is geschied. Kan de vergissing niet hersteld worden, dan dient de eiser die zich van een verkeerde naam bedient, niet-ontvankelijk verklaard te worden. Deze regel moet dienovereenkomstig worden toegepast op andere rechtspersonen dan een vennootschap. Beantwoording van de vraag wie als eisende partij optreedt, vergt uitleg van het exploot waarmee de procedure is ingeleid.
Bij de vraag welke fouten zich lenen voor ‘verbeterd lezen’ is het criterium of voor partijen en derden direct duidelijk is, dat van een vergissing sprake is. De kantonrechter is van oordeel, dat bij de beantwoording van deze vraag mede aansluiting moet worden gezocht bij het bepaalde in artikel 31 Rv omtrent het verbeteren van een kennelijke fout (in een vonnis). Onder omstandigheden kan een foutieve naam in de dagvaarding verbeterd worden gelezen bijvoorbeeld indien als eisende partij ‘Pieterson B.V.’ staat vermeld, maar bedoeld is ‘Pietersen B.V.’, terwijl de juiste tenaamstelling wel blijkt uit de onderliggende stukken die door partijen in het geding zijn gebracht. In het onderhavige geval is de dagvaarding uitgebracht door ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid FNV Transport en Logistiek , gevestigd te Utrecht’. FNV geeft in haar akte aan, dat de naam die in de dagvaarding is gebruikt voor eiseres, strikt gezien geen (statutaire) naam van een (andere) bestaande rechtspersoon betreft. FNV verzoekt om de in de dagvaarding vermelde naam verbeterd te lezen, in de zin dat met ‘ FNV Transport en Logistiek ’ bedoeld is ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging’, althans om de in de dagvaarding vermelde naam als zodanig te rectificeren. Volgens FNV is de naam ‘ FNV Transport en Logistiek ’ een handelsnaam van ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging’. Echter door FNV wordt
-desgevraagd- erkend dat deze handelsnaam niet als zodanig is ingeschreven in het handelsregister. Nu deze naam wel op het briefpapier staat en FNV , als grootste vakbond in Nederland, naar buiten opereert onder de naam Transport en Logistiek, is het volgens FNV in het kader van de handelsnaamwet wel een handelsnaam. De kantonrechter oordeelt, dat in deze de inschrijving in het handelsregister leidend is. Blijkens de overgelegde uittreksels staat ingeschreven: ‘Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging statutair gevestigd te Amsterdam, ook genoemd FNV ’. De naam van ‘ FNV Transport en Logistiek ’ komt niet voor in de overgelegde uittreksels. FNV betoogt, dat in een andere procedure bij de Rechtbank ‘s-Hertogenbosch, eerst FNV Bondgenoten partij was en daarna, als gevolg van een statutenwijziging, FNV Transport en Logistiek partij is geworden. Echter, dit blijkt niet het geval te zijn, daar in die betreffende procedure van het begin tot het einde ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid FNV Bondgenoten’ als partij in rechte is opgetreden. ‘ FNV Bondgenoten’ blijkt, volgens het uittreksel uit het handelsregister, wel een (neven)vestiging van ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging’ te zijn. Naast het feit, dat ‘ FNV Transport en Logistiek ’ niet als zodanig (als handelsnaam) is ingeschreven in het handelsregister, wordt in de inleidende dagvaarding gesteld, dat ‘ FNV Transport en Logistiek ’ gevestigd is te Utrecht, terwijl ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging’ gevestigd is te Amsterdam. Over het ‘verbeterd lezen’ dan wel rectificeren van de vestigingsplaats wordt door FNV in het geheel niet gesproken. De in het geding gebrachte brieven van de hand van FNV zijn opgesteld op briefpapier van ‘ FNV Transport en Logistiek ’. Farm Trans wordt gevolgd in haar standpunt, dat het voor haar derhalve niet duidelijk was, dat zij van doen had met ‘de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging’. Dit alles brengt met zich, dat het voor partijen en derden niet direct duidelijk is, dat van een vergissing sprake is. De naamsvermelding in de dagvaarding van eiseres, leent zich dus niet voor verbeterd lezen, ondanks dat wellicht voor Farm Trans wel duidelijk was dat zij werd aangesproken door een vakbond. Die enkele wetenschap bij Farm Trans maakt immers -gelet op het vooroverwogene- nog niet, dat er sprake is van een kennelijke vergissing met betrekking tot de tenaamstelling. Dit heeft tot gevolg dat FNV Transport en Logistiek niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vorderingen.