Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
“ten doel heeft”blijkt dat voor de kwalificatie van een regeling als zijnde een regeling voor vervroegde uittreding van belang is het doel van de regeling en de intentie van de werkgever en niet de uitkomst van de regeling. Het doel van de onderhavige regeling is het bewerkstelligen van bezuinigingen, het gekozen middel daarvoor is de hiervoor vermelde regeling. De inspecteur verwisselt volgens belanghebbende middel en doel. Gezien de wijze waarop de regeling tot stand is gekomen, is volgens belanghebbende geen sprake van een schijnconstructie, waardoor de regeling niet kwalificeert als een regeling voor vervroegde uittreding als bedoeld in voormeld artikel. Volgens belanghebbende schiet de inspecteur door in de toepassing van de onderhavige wetgeving. Belanghebbende wijst er daarbij op dat de totale impact van deze heffing voor haar circa € 16.000.000 bedraagt.
5.Proceskosten
6. Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: