Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[Stichting I]” (hierna: de Stichting) op. De statuten van de Stichting luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
- [belanghebbende], voornoemd;
- [B], (…).”
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
afhandelen bezwaarschrift inkomstenbelasting 2006, 2007 en 2008’ wordt ten aanzien van belanghebbende de opgelegde boete gehandhaafd. Deze brief is als productie 13 bij het beroepschrift van belanghebbende gevoegd. In deze brief is eveneens een rechtsmiddelverwijzing opgenomen, zodat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een uitspraak op bezwaar.
afhandelen bezwaarschrift inkomstenbelasting 2006 en 2007’ als bijlage 12 bij het verweerschrift gevoegd. De brief van 29 oktober 2012 is niet als bijlage toegevoegd, terwijl op pagina 2 van het verweerschrift onder het kopje ‘
ontvankelijkheid’is aangegeven dat de datum van de uitspraak op bezwaar 29 oktober 2012 is. In de brief van 12 december 2012 is de inspecteur van mening dat de boete ten name van belanghebbende dient te vervallen.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond voorzover het de navorderingsaanslag en de heffingsrente betreft;
- verklaart het beroep gegrond voorzover het de boete betreft;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boete;
- vernietigt de boete;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: