In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juni 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de coöperatie Coöperatieve Rabobank Roosendaal-Woensdrecht U.A. en een particuliere borg. De Rabobank vorderde betaling van € 50.000,00 van de borg, die zich had verbonden voor de nakoming van de verplichtingen van de The Bannister Group Nederland B.V. De borg stelde dat zij niet voldoende was geïnformeerd over de risico's van de borgtocht en dat er sprake was van dwaling. De rechtbank oordeelde dat de borg voldoende op de hoogte was van de risico's en dat de Rabobank haar zorgplicht niet had geschonden. De vordering van de Rabobank werd toegewezen, en de borg werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank verwierp ook de vordering van de borg in reconventie, waarin zij schadevergoeding eiste op basis van de gestelde schending van de zorgplicht door de Rabobank.