Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 13 mei 2015 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoekster sub1], beiden te [woonplaats], verzoekers sub 1 (gemachtigde: mr. A.P. Cornelissen),
[naam verzoekster sub2], beiden te [woonplaats], verzoekers sub 2 (gemachtigde: mr. A.P. Cornelissen),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, verweerder.
Derde partij: [naam derde partij], te [woonplaats], vergunninghouder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- gelast het college binnen zestien weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuwe beslissing op de aanvraag te nemen, met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college bij de nieuwe beslissing op de aanvraag de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb niet nogmaals in acht hoeft te nemen;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van aan verzoekers te vergoeden, tot een bedrag van € 662;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door verzoekers gemaakte proceskosten, tot een bedrag van € 980.