Op 22 januari 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1952 en thans verblijvende in de Oostvaarderskliniek. De officier van justitie had op 18 november 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de TBS met twee jaar, gebaseerd op de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde een gemiddeld intelligente man is met een parafilie NAO, te weten pedoseksualiteit, en dat hij lijdt aan een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis NAO. De deskundige heeft geadviseerd de TBS te verlengen, omdat het recidiverisico hoog wordt ingeschat en de terbeschikkinggestelde beperkte probleembesef en copingvaardigheden heeft.
Tijdens de zitting is de officier van justitie gehoord, evenals de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman. De verdediging pleitte voor een verlenging van de TBS met slechts één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de TBS met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de terbeschikkinggestelde zich committeert aan de behandeling, er nog steeds een hoog recidivegevaar aanwezig is en dat er meer tijd nodig is voor verdere diagnostiek en behandeling. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.