ECLI:NL:RBZWB:2015:3042

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
02-700061-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld tegen politieambtenaren en beveiligers in Renesse

Op 13 mei 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld tegen personen met een publieke taak. De zaak vond plaats op 12 april 2015 in Renesse, waar de verdachte deel uitmaakte van een grote groep Duitse jongeren die zich agressief gedroegen tegenover politieambtenaren en beveiligers. De rechtbank behandelde de zaak op 1 mei 2015, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsman wel. De officier van justitie, mr. R.C.P. Rammeloo, presenteerde bewijs dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het tenlastegelegde feit, terwijl de verdediging betwistte dat de verdachte geweld had gepleegd.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. Dit werd onderbouwd door verklaringen van de aangevers en camerabeelden die de verdachte in de groep toonden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte op of omstreeks 12 april 2015 openlijk geweld had gepleegd tegen politieambtenaren en beveiligers, en sprak hem schuldig aan openlijke geweldpleging.

Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het geweld, de impact op de slachtoffers en de blanco strafblad van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden en werd hij aansprakelijk gesteld voor schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, waaronder meerdere politieambtenaren. De rechtbank wees de vorderingen van de benadeelde partijen toe, omdat de schade een rechtstreeks gevolg was van het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/700061-15
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 mei 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats] (Bondsrepubliek Duitsland),
wonende te [adres], [woonplaats] (Duitsland),
raadsman mr. B.J. Visser, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 mei 2015. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie
mr. R.C.P. Rammeloo en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 april 2015 te Renesse, gemeente Schouwen-Duiveland,
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Hogezoom en/of Jan van
Renesseweg, in elk geval op of aan een openbare weg en/of een voor het publiek
toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten:
- [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of
- politieambtenaren [politieambtenaar 1] en/of [politieambtenaar 2] en/of [politieambtenaar 3] en/of
[politieambtenaar 4] en/of [politieambtenaar 5] en/of [politieambtenaar 6] en/of een of meer andere
politieambtenaren en/of
- [beveiliger 1] en/of [beveiliger 2] en/of [beveiliger 3] en/of een of meer andere
beveiligers,
welk geweld bestond uit het (al dan niet met (een) bierpul(len) en/of een
fiets en/of een of meer andere harde voorwerpen) slaan en/of gooien en/of
stompen en/of schoppen en/of trappen en/of duwen en/of trekken en/of schelden
en/of schreeuwen en/of (als groep) agressief opdringen van/aan/tegen/naar
voornoemd(e) perso(o)n(en);
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit en baseert zich daarbij op de aangiftes en processen-verbaal van bevindingen die zich in het dossier bevinden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het volgende.
Verdachte erkent dat hij in de bewuste nacht bij de vechtpartij aanwezig was, maar ontkent enige geweldshandelingen te hebben verricht. De verdediging wijst op de verklaring van [benadeelde partij 2], die verklaart dat nummer 14 hem niets zegt en de verklaring van [politieambtenaar 1], die verklaart niet nader te kunnen omschrijven wie hem geschopt heeft. Ook wijst de verdediging op de verklaringen van [getuige 1], [beveiliger 2], [getuige 2] en [getuige 3], die verklaren dat ze niet hebben gezien dat verdachte heeft geslagen of geschopt. Niet duidelijk is de rol van verdachte in het geheel. Voorts wijst de verdediging erop dat niet duidelijk is op basis waarvan een herkenning van verdachte tot stand is gekomen. Ook om die reden acht de verdediging een vrijspraak op zijn plaats.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
In de nacht van 11 op 12 april 2015 waren aangevers [politieambtenaar 1], [politieambtenaar 2], [politieambtenaar 3], [politieambtenaar 4], [politieambtenaar 5], [politieambtenaar 6] en enkele andere verbalisanten belast met de horecadienst in Renesse. [1] Zij werden die avond bijgestaan door het SUS-team, bestaande uit onder meer [beveiliger 1], [beveiliger 2] en [beveiliger 3]. Aan het begin van de avond zagen zij een touringcar met Duits kenteken Renesse inkomen. In deze bus zat een groep van ongeveer 70 Duitse personen. Deze groep viel op omdat enkele mannen met kratten bier aan het sjouwen waren, waarop [politieambtenaar 1] en [politieambtenaar 2] deze mannen aanspraken en op de hoogte stelden van het in Renesse geldende alcoholverbod op straat.
Uit het dossier is vast komen te staan dat rond 02.30 uur die nacht in Renesse op de kruising Hogezoom/Jan van Renesseweg aangevers [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] gewelddadig werden benaderd door enkele leden van de groep Duitsers. [2] + [3] + [4] De politie heeft hierop gereageerd [5] + [6] + [7] , waarna meer leden uit die groep zich tegen de politie keerden. Door enkele leden van de Duitse groep is vervolgens gewelddadig opgetreden tegen de politieagenten en leden van het SUS-team. [8] + [9] + [10] + [11] + [12] + [13]
Door de verbalisanten en leden van het SUS-team is onder meer waargenomen dat één van de Duitse mannen een dienstfiets van de politie optilde boven zijn hoofd en in de richting van politieagenten gooide. [14] + [15] + [16] Verbalisant [politieambtenaar 2] is op zijn achterhoofd geslagen met een bierpul: hij voelde een scherpe pijn op zijn achterhoofd en zag dat een man een bierpul met twee handen vasthad en deze pul ging nog naar beneden toen hij omkeek. [17] De verbalisanten en leden van het SUS-team zijn door diverse leden uit de groep geschopt, getrapt en gestompt. [18] + [19] + [20] Ook was er sprake van duw- en trekwerk [21] + [22] , zoals blijkt uit de camerabeelden van de openbare weg te Renesse. Op deze beelden is te zien dat de groep zich agressief opdringt tegen de verbalisanten en de leden van het SUS-team. Uit de verklaringen van de verbalisanten en leden van het SUS-team blijkt dat dit gepaard ging met schreeuwen en schelden. [23] + [24] + [25] De gehele groep is na de schermutselingen de touringcar weer in gegaan. De rechtbank is van oordeel, op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, dat hetgeen zich heeft afgespeeld op de openbare weg in Renesse kan worden aangemerkt als openlijk geweld tegen de in de tenlastelegging bedoelde personen.
De vraag die thans ter beoordeling staat is of verdachte deel uit heeft gemaakt van de groep die dit geweld heeft toegepast dan wel een voldoende significante bijdrage heeft geleverd aan dit geweld. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Nadat de groep Duitsers weer in de touringcar had plaatsgenomen, kreeg de chauffeur van de politie het bevel om naar het cellencomplex Mijkenbroek in Breda te rijden. De bus is daar met politiebegeleiding naartoe gereden. Ter plaatse is van alle inzittenden van de touringcar een foto gemaakt en zijn daarbij hun identiteitsgegevens vastgelegd en is aan iedere persoon een nummer gekoppeld. Bij het fotograferen waren politieambtenaren aanwezig die die nacht in Renesse werkzaam waren geweest en tegen wie het geweld was gepleegd. Indien een inzittende van de bus door één of meerdere van deze politieambtenaren herkend werd als vermoedelijke pleger van geweld, werd deze inzittende vervolgens buiten heterdaad aangehouden als verdachte van openlijke geweldpleging. Deze foto’s zijn vervolgens in verband met het onderzoek getoond aan de leden van het SUS-team en aangevers [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]. [26]
Verdachte, met identificatienummer 14, is herkend als persoon die met de politiefiets heeft gegooid – zoals blijkt uit de voetnoten 13 tot en met 15 - en ook als persoon die vooraan in de groep stond en opruiend, dreigend en agressief gedrag vertoonde. Ook is waargenomen dat hij heeft geschreeuwd en gescholden. [27] + [28] + [29] Verbalisant [politieambtenaar 5] heeft voorts verklaard dat het verdachte is geweest die hem meerdere malen hard tegen zijn rechterbeen en buik heeft getrapt. [30] Uit de camerabeelden blijkt dat verdachte zich in de groep bevond en ook nadrukkelijk aanwezig was. Hij stond regelmatig op de voorgrond. [31]
De rechtbank is van oordeel dat uit het bovenstaande blijkt dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Derhalve is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging, zoals hieronder weergegeven.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
hijop
of omstreeks12 april 2015 te Renesse, gemeente Schouwen-Duiveland,
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Hogezoom en
/ofJan van
Renesseweg,
in elk geval op of aan een openbare weg en/of een voor het publiek
toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten:
- [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] en
/of
- politieambtenaren [politieambtenaar 1] en
/of[politieambtenaar 2] en
/of[politieambtenaar 3] en
/of
[politieambtenaar 4] en
/of[politieambtenaar 5] en
/of[politieambtenaar 6] en
/of een of meerandere
politieambtenaren en
/of
- [beveiliger 1] en
/of[beveiliger 2] en
/of[beveiliger 3]
en/of een of meer andere
beveiligers,
welk geweld bestond uit het
(al dan niet met
(een
)bierpul
(len)en
/ofeen
fiets
en/of een of meer andere harde voorwerpen)slaan en/of gooien en
/of
stompen en
/ofschoppen en
/oftrappen en
/ofduwen en
/oftrekken en
/ofschelden
en
/ofschreeuwen en
/of (als groep
)agressief opdringen van/aan/tegen/naar
voornoemd
(e
)perso
(o)n
(en
);
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij een eventuele strafoplegging rekening te houden met de blanco justitiële documentatie van verdachte. Ook heeft de verdediging verzocht uit te gaan van de oriëntatiepunten van de rechtbank en de door de officier van justitie geëiste straf derhalve te matigen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een forse vorm van openlijk geweld. Door een grote groep personen, waar verdachte deel van uitmaakte, is veel geweld uitgeoefend tegen onder andere meerdere politieagenten en beveiligers. Wat er die betreffende nacht in Renesse is gebeurd, heeft voor veel beroering gezorgd. De slachtoffers hebben zich erg in het nauw gedreven gevoeld, mede door de omvang van de groep. Door de verbalisanten is onder meer aangegeven in hun slachtofferverklaringen dat het een groot en gruwelijk gevecht was, dat zij dit nog nooit hebben meegemaakt en dat zij het incident als zeer levensbedreigend hebben ervaren. Door een aantal verdachten is opgemerkt dat ze er alleen maar bij waren en geen geweldshandelingen hebben verricht, waarmee zij zich onvoldoende realiseren welke impact dit alles heeft gehad op de slachtoffers. De groep jongeren bleef de slachtoffers maar omringen, waardoor zij het gevoel kregen niet uit deze situatie weg te kunnen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er in deze zaak sprake is van een forse en zeer beangstigende variant van openlijk geweld. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat er sprake was van een in groepsverband georganiseerde geweldpleging.
Verdachte heeft niet alleen een significante bijdrage geleverd aan het vanuit de groep jegens de slachtoffers gepleegde geweld, maar heeft ook zelf meerdere geweldshandelingen gepleegd. Vast is komen te staan dat verdachte met een dienstfiets heeft gegooid en verbalisanten heeft geschopt, getrapt en geslagen.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de landelijke oriëntatiepunten van de rechtspraak. Deze gaan uit van een gevangenisstraf van 3 maanden voor het plegen van openlijk geweld waarbij enig lichamelijk letsel het gevolg is. Strafverzwarend vindt de rechtbank in dit geval de forse omvang van het openlijke geweld, waarbij meerdere personen letsel hebben opgelopen, en het feit dat het in deze zaak geweld betreft tegen onder andere personen met een publieke functie. Voorts is de relatief grote rol die verdachte bij het openlijk geweld heeft gepleegd strafverzwarend. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij zowel in Nederland als in Duitsland een blanco strafblad heeft.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden noodzakelijk is.

7.De benadeelde partijen

7.1
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 1]
De benadeelde partij [politieambtenaar 1] vordert een schadevergoeding van € 2.575,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
7.2
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 2]
De benadeelde partij [politieambtenaar 2] vordert een schadevergoeding van € 950,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
7.3
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 3]
De benadeelde partij [politieambtenaar 3] vordert een schadevergoeding van € 350,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
7.4
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 4]
De benadeelde partij [politieambtenaar 4] vordert een schadevergoeding van € 460,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
7.5
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 5]
De benadeelde partij [politieambtenaar 5] vordert een schadevergoeding van € 350,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
7.6
De vordering van benadeelde partij [politieambtenaar 6]
De benadeelde partij [politieambtenaar 6] vordert een schadevergoeding van € 250,= voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
7.7
De vordering van benadeelde partij [verbalisant 2]
De benadeelde partij [verbalisant 2] vordert een schadevergoeding van € 350,= voor het tenlastegelegde feit.
Uit het dossier is gebleken dat de benadeelde partij een van de ‘andere politieambtenaren’ betrof, zoals bewezenverklaard, tegen wie geweld is gepleegd op 12 april 2015 in Renesse.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Verdachte is voor de toegewezen bedragen naar burgerlijk recht met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 24c, 27, 36f en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 (vijf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 1] van € 2.575,=, waarvan € 1.425,= ter zake van materiële schade en € 1.150,= ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 2] van € 950,=, ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 3] van € 350,=, ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 4] van € 460,=, waarvan € 10,= ter zake van materiële schade en € 450,= ter zake van immateriële schade, de schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 5] van € 350,=, ter zake van immateriële schade, de schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [politieambtenaar 6] van € 250,=, ter zake van immateriële schade, de schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [verbalisant 2] van € 350,=, ter zake van immateriële schade, de schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
- benadeelde partij [politieambtenaar 1], € 2.575,=, bij niet-betaling te vervangen door 35 (vijfendertig) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [politieambtenaar 2], € 950,=, bij niet-betaling te vervangen door 19 (negentien) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [politieambtenaar 3], € 350,=, bij niet-betaling te vervangen door 7 (zeven) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [politieambtenaar 4], € 460,=, bij niet-betaling te vervangen door 9 (negen) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [politieambtenaar 5], € 350,=, bij niet-betaling te vervangen door 7 (zeven) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [politieambtenaar 6], € 250,=, bij niet-betaling te vervangen door 5 (vijf) dagen vervangende hechtenis,
- benadeelde partij [verbalisant 2], € 350,=, bij niet-betaling te vervangen door 7 (zeven) dagen vervangende hechtenis,
met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover deze bedragen door één of meer mededaders zijn betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, voorzitter,
mr. M.E.H. Janssen en mr. T. van de Poll, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. C.E.A.M. van de Riet en L. Selen, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op
13 mei 2015.
Mr. Janssen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt –tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 1504161300.2825.AMB van de politie Zeeland – West-Brabant, district Recherche, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 823.
2.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1], pagina 585, eerste, tweede en vierde alinea.
3.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2], pagina 590, laatste alinea, en pagina 591, eerste, tweede en vierde alinea.
4.Proces-verbaal ter zake relaas onderzoek, pagina 8.
5.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] (hoofdagent van politie), pagina 603, derde alinea van zijn bevindingen.
6.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] (hoofdagent van politie), pagina 594, zesde alinea van zijn bevindingen.
7.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [politieambtenaar 4] (hoofdagent van politie), pagina 610, eerste tot en met vierde alinea.
8.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [politieambtenaar 4], pagina 610, vijfde en zesde alinea.
9.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 2], pagina 595, eerste tot en met derde alinea.
10.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [politieambtenaar 6] (hoofdagent van politie), pagina 600, vijfde en zesde alinea.
11.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [politieambtenaar 5] (hoofdagent van politie), pagina 598, vierde alinea van zijn bevindingen.
12.Proces-verbaal van aangifte van [politieambtenaar 1] (hoofdagent van politie), pagina 537, laatste alinea, en pagina 538, eerste helft van de eerste alinea.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [beveiliger 2] (SUS-team), pagina 742, laatste alinea.
14.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [politieambtenaar 2], pagina 613, vierde alinea, in combinatie met de foto van verdachte [verdachte], pagina 645 en 646.
15.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 3] (hoofdagent van politie), pagina 607, tweede alinea, en pagina 608, derde alinea, in combinatie met de foto van verdachte [verdachte], pagina 645 en 646.
16.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 6], pagina 601, tweede alinea, in combinatie met de foto van verdachte [verdachte], pagina 645 en 646.
17.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 2] (hoofdagent van politie), pagina 613, eerste alinea, in combinatie met de letselbeschrijving van 12 april 2015, opgesteld door forensisch arts M. Weststrate, pagina 546.
18.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 2], pagina 613, eerste, derde en vierde alinea.
19.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 5], pagina 598, zesde alinea.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [beveiliger 1] (SUS-team), pagina 738, vierde en vijfde alinea.
21.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 3], pagina 607, tweede alinea.
22.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 2], pagina 614, eerste alinea.
23.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 6], pagina 600, vijfde en zesde alinea van zijn bevindingen, en pagina 601, tweede alinea.
24.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 5], pagina 599, eerste alinea.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige [beveiliger 3] (SUS-team), pagina 749, eerste alinea.
26.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3], pagina 615.
27.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 4], pagina 611, laatste alinea van zijn verklaring.
28.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 2], pagina 613, de op een na laatste alinea.
29.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 5], pagina 599, eerste zin.
30.Proces-verbaal van bevindingen van [politieambtenaar 5], pagina 598, de op een na laatste alinea.
31.DVD Onderzoeksdossier Renesse, videobestand ‘014 [verdachte]’.