ECLI:NL:RBZWB:2015:2835

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 februari 2015
Publicatiedatum
1 mei 2015
Zaaknummer
C-02-285747 - HA ZA 14-569
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door onrechtmatig onder zich houden van goederen in transportovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Orange Solar Power B.V. (eiseres) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid International Trading Company Breda B.V. (gedaagde). Eiseres had gedaagde verzocht om het transport van zonnepanelen te regelen. Echter, in plaats van de goederen naar de afgesproken bestemming te vervoeren, heeft gedaagde de goederen naar haar eigen depot in Breda laten vervoeren en eiste zij betaling van openstaande facturen van eerdere overeenkomsten. Eiseres leed hierdoor schade, omdat de zonnepanelen niet op tijd op de juiste locatie arriveerden.

De rechtbank oordeelde dat gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de transportovereenkomst. De rechter stelde vast dat er een overeenkomst tot stand was gekomen op basis van e-mailcorrespondentie, waarbij gedaagde zich had verplicht om de goederen op 30 juni 2014 te vervoeren. Gedaagde had de goederen echter niet verder vervoerd en had zich onrechtmatig de beschikking over de goederen verschaft om betaling van eerdere rekeningen af te dwingen. De rechtbank concludeerde dat gedaagde geen recht had op opschorting of retentie van de goederen, aangezien de overeenkomst was gesloten zonder de voorwaarde dat openstaande rekeningen voldaan moesten worden.

De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen, zodat eiseres haar schade kan onderbouwen en het geschil over de schade in deze procedure kan worden afgedaan. Gedaagde mag hierop reageren. De beslissing houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/285747 / HA ZA 14-569
Vonnis van 25 februari 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORANGE SOLAR POWER B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
eiseres,
advocaat mr. P.P.J. van der Rijt te Bergen op Zoom,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONAL TRADING COMPANY BREDA B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. dr. F.A. van Tilburg te Breda.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 15 oktober 2014
  • het proces-verbaal van comparitie van 17 december 2014.

2.De feiten

Eiseres produceert en verhandelt zonnepanelen. Namens eiseres heeft [medewerker A ] op 26 juni 2014 te 13.50 uur een e-mail gezonden aan de heer [medewerker gedaagde] van gedaagde met de volgende inhoud: “Hoi [medewerker gedaagde] ,
Zou jij het volgende voor ons kunnen regelen? Graag hebben wij hier maandag om 10.00 uur een vrachtwagen. Hij moet van de zijkant worden geladen, dus ook een kooiaap mee laten nemen. Het zijn 14 pallets (1695x1100x1100 535kg) Dus een volle 40’. Na laden moet de chauffeur direct door naar het volgende adres om te lossen [bezorgadres]
Graag nog even bevestigen
Thanks”
[medewerker gedaagde] antwoordt bij e-mail op 26 juni 2014 te 15.24 uur:
“Goedemiddag [medewerker A ] ,
Het tarief voor transport van deze 14 pallets bedraagt €325,- All-in. De zending wordt dan maandag tussen 08.00 – 10.00u geladen in Bergen op Zoom en normaal gezien kan ik je morgenmiddag aangeven of het 08.00u of na 08.30u gaat worden.
Graag je akkoord svp.”
[medewerker A ] reageert hierop bij e-mail van 26 juni 2014 te 15.28 uur als volgt:
“Hoi [medewerker gedaagde] ,
Hierbij akkoord.
Graag inderdaad nog even bevestigen of de chauffeur voor of na 8.30 hier is.”
Gedaagde heeft Nabek Nederland B.V. ingeschakeld, dat op haar beurt [Transportbedrijf B B.V.] heeft ingeschakeld om het transport uit te voeren.
De vrachtbrief vermeldt als afzender Orange Solar Power te Bergen op Zoom en als geadresseerde [bezorgadres] . De vervoerder is [Transportbedrijf B B.V.]
De zonnepanelen zijn op maandag 30 juni 2014 opgehaald en vervoerd naar een opslagruimte van gedaagde te Breda en daar gehouden. Eiseres is daarvan die dag om 13.00 uur op de hoogte gesteld.
Namens eiseres heeft [medewerker B] op maandag 30 juni 2014 te 14.20 uur aan [medewerker gedaagde] van gedaagde gemaild dat gedaagde de goederen onrechtmatig onder zich hield en heeft hij geëist de zonnepanelen nog dezelfde dag op de plaats van bestemming af te leveren. Tevens heeft hij gedaagde aansprakelijk gesteld voor alle kosten en schade “die op dit moment aan het ontstaan is (er staan 7 monteurs met hun handen over elkaar)”
[medewerker gedaagde] antwoordt op die mail dezelfde dag om 16.24 uur:
“Beste [medewerker B]
Morgenvroeg zullen wij onze bankrekening bekijken om te zien of het bedrag is bijgeschreven. Na ontvangst zal ik jou een bevestiging sturen waarna deze goederen kunnen worden afgehaald in Breda tezamen met jullie voorraad SolarPeace panelen en een palletdoos hoekprofielen.”
Op 1 juli 2014 te 07.39 uur bericht gedaagde per e-mail dat “de openstaande €6.393,65 is bijgeschreven op de bankrekening van ITC Breda, waarvoor dank.” En verder: “graag vernemen wij welke vervoerder(s) de goederen voor [bezorgadres] en jullie SolarPeace + hoekpanelen komen laden?”

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert een verklaring voor recht dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade, waaronder te begrijpen gevolgschade van eiseres als gevolg van het door gedaagde wederrechtelijk en/of onrechtmatig onder zich houden van de goederen van eiseres, welke schade nader op te maken is bij staat en te vereffenen volgens de wet, alles vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
Eiseres stelt dat in weerwil van de opdracht en de ondertekende vrachtbrief de pallets met zonnepanelen door [Transportbedrijf B B.V.] niet naar [bezorgadres] zijn vervoerd, maar in opdracht van gedaagde zijn afgeleverd in een magazijn van gedaagde te Breda. De reden daarvan was dat gedaagde stelde nog €6.393,65 van eiseres te vorderen te hebben. Eiseres heeft direct een spoedoverboeking gedaan waarmee alle openstaande facturen, ook die waarvan de betalingstermijnen niet verstreken waren, werden voldaan.
Gedaagde heeft gehandeld in strijd met de gesloten overeenkomst door de goederen niet naar [bezorgadres] te (doen) vervoeren maar naar haar opslagruimte te Breda. Aan gedaagde kwam geen retentie- of opschortingsrecht toe. In ieder geval verviel dit na de betaling door eiseres op maandagmiddag 30 juni 2014.
Gedaagde heeft ook op 1 juli 2014 niet voor vervoer gezorgd, eiseres heeft dat zelf moeten organiseren.
Eiseres heeft schade geleden. Op 30 juni 2014 hebben tevergeefs werklieden gewacht om de zonnepanelen te installeren. Voor hun aanwezigheid moet wel betaald worden door eiseres.
3.3.
Gedaagde voert verweer. Zij schakelt bij het vervoer derden in, zoals eiseres weet. Bij de verzorging van transporten is het gebruikelijk de te vervoeren goederen eerst naar het magazijn van gedaagde in Breda te halen om van daar uit, al dan niet gecombineerd met andere goederen, uit te leveren.
Gedaagde heeft Nabek Nederland B.V. voor het vervoer ingeschakeld, die op haar beurt [Transportbedrijf B B.V.] heeft ingeschakeld. Deze laatste heeft de goederen van eiseres naar Breda gebracht.
Gedaagde heeft vanwege de betalingsachterstand die eiseres had, besloten de door haar te verrichten prestatie op te schorten totdat eiseres aan haar verplichtingen zou hebben voldaan. De overeengekomen betalingstermijn van de openstaande facturen was verstreken. Zij was daarom bevoegd de nakoming op te schorten. Tussen haar verplichting en die van eiseres bestond voldoende samenhang. Zij heeft gedaagde zo snel mogelijk op 30 juni 2014 omstreeks 13.00 uur op de hoogte gesteld van haar actie.
Gedaagde stelt dat zij als vervoerder op grond van art. 8:1131 lid 2 BW het recht had de zonnepanelen onder zich te houden. Zij heeft niet onrechtmatig gehandeld.
In ieder geval is haar aansprakelijkheid beperkt op grond van art. 8:1103 BW. Zij betwist ook dat eiseres schade heeft geleden.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is via de e-mailwisseling op 26 juni 2014 een overeenkomst tot stand gekomen waarbij gedaagde de verplichting op zich heeft genomen op 30 juni 2014 goederen van eiseres te doen vervoeren van Bergen op Zoom naar [bezorgadres] tegen een prijs van €325,-. Gedaagde heeft een vervoerder ingeschakeld die de goederen op 30 juni 2014 bij eiseres heeft geladen. In opdracht van gedaagde zijn deze goederen vervolgens naar Breda vervoerd. In strijd met wat was overeengekomen heeft gedaagde de goederen vanuit Breda niet verder vervoerd of doen vervoeren. Daarmee handelde zij in strijd met de overeenkomst die zij met eisers had gesloten.
4.2.
Gedaagde wist dat eiseres een betalingsachterstand had toen zij haar opdracht aanvaardde. De overeenkomst is gesloten zonder de voorwaarde te stellen de openstaande rekeningen te voldoen. Gedaagde heeft een begin gemaakt met de uitvoering van de overeenkomst door de goederen bij eiseres in Bergen op Zoom op te (laten) halen. Zij heeft daarmee de schijn gewekt de overeenkomst uit te voeren. Daarna heeft zij de goederen buiten medeweten van eiseres, naar Breda laten vervoeren om deze vervolgens te gebruiken om betaling van openstaande rekeningen door eiseres af te dwingen. Onder deze omstandigheden kon zij geen beroep doen op een opschortings- of retentierecht. Zij heeft zich de beschikking over de goederen van eiseres verschaft, niet met het primaire doel de overeenkomst uit te voeren, maar om daarop rechten uit te oefenen tot zekerheid van nakoming van eerdere overeenkomsten.
Gedaagde is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst en aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade.
4.3.
De zonnepanelen zijn niet op de overeengekomen dag 30 juni 2014 afgeleverd. Eiseres heeft aannemelijk gemaakt dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden. Voor het bepalen van die schade heeft eiseres verwijzing naar de schadestaat procedure gevorderd.
Omdat inmiddels de schade bekend moet zijn zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen zodat eiseres haar vordering kan onderbouwen en het geschil over de schade in deze procedure kan worden afgedaan.

5.De beslissing

De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van 18 maart 2015 teneinde eiseres in de gelegenheid te stellen haar vordering te onderbouwen;
gedaagde mag reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2015.