ECLI:NL:RBZWB:2015:1798

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2015
Publicatiedatum
23 maart 2015
Zaaknummer
296390 HA RK 15-50
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een kantonrechter in een bewindprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 maart 2015 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door een verzoeker in verband met de behandeling van een bewind over de goederen van zijn dochter. Het wrakingsverzoek was ingediend op 16 maart 2015, nadat de kantonrechter, mr. P.L. Kerkhofs, op 11 maart 2015 had besloten om het bewind in te stellen. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de kantonrechter zijn taak in de procedure al had beëindigd door het geven van een einduitspraak. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om een rechter te wraken nadat deze een beslissing heeft genomen die de procedure afsluit. De rechtbank besloot daarom het wrakingsverzoek buiten behandeling te stellen, zonder de verzoeker verder te horen, op basis van het wrakingsprotocol. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters en de griffier.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
zaaknummer 296390 HA RK 15-50
beslissing van 18 maart 2015
inzake
het wrakingsverzoek ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:

[naam],

wonende te [woonplaats],
verder te noemen verzoeker.

De procedure

Dit blijkt uit het op 16 maart 2015 van verzoeker ingekomen wrakingsverzoek.

Het verzoek

Het verzoek strekt tot wraking van mr. P.L. Kerkhofs, kantonrechter en belast geweest met de behandeling van het verzoek tot de instelling van een bewind over de goederen van zijn dochter [dochter verzoeker] (procedurenummer 342817 OV VERZ 14-7427).

De ontvankelijkheid van het verzoek

In de hiervoor genoemde procedure heeft de kantonrechter bij beslissing van 11 maart 2015 het verzochte bewind met ingang van 12 maart 2015 ingesteld met benoeming van een bewindvoerder. Verzoeker heeft nadien, op 16 maart 2015, zijn wrakingsverzoek ingediend.
Deze omstandigheid moet ertoe leiden dat verzoeker daarin niet kan worden ontvangen. De wetgever heeft immers niet voorzien in de mogelijkheid een rechter te wraken, wanneer deze de behandeling van de zaak heeft beëindigd door het wijzen van een einduitspraak. De beslissing tot het instellen van een bewind over de goederen van verzoekers dochter moet als zodanig worden aangemerkt. Met die beslissing heeft iedere bemoeienis van de kantonrechter met het door hem gehonoreerde onderbewindstellingsverzoek opgehouden.
Dit maakt dat verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek kan worden ontvangen.
In deze (kennelijke) niet-ontvankelijkheid ziet rechtbank reden het verzoek op de voet van paragraaf 9.1 van het wrakingsprotocol buiten behandeling te stellen, om welke reden de wrakingskamer ervan af ziet verzoeker nog op zijn wrakingsverzoek te horen.
zaaknummer 296390 HA RK 15-50pagina 2

Beslissing

De rechtbank
stelt het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven op 15 maart 2015 door mrs. G.J.E. Poerink, S.A.M.L. Bosch-van de Sande en F.P.J. Schoonen, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, griffier, en in het openbaar uitgesproken.
--