Uitspraak
wonende in [adres],
gedaagde,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
” Indien verhuurder het nodig oordeelt aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt of aan belendingen onderhoud, herstel, vernieuwing of andere werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten of indien deze nodig zijn in verband met eisen of maatregelen van de overheid of openbare nutsbedrijven, zal huurder de personen, nodig voor het verrichten van die werkzaamheden in het gehuurde toelaten en die werkzaamheden en het eventuele ongerief gedogen, zonder daarvoor schadevergoeding, vermindering van de betalings-verplichting dan wel ontbinding van de huurovereenkomst te kunnen vorderen. Verhuurder zal omtrent het tijdstip van de uitvoering van de werkzaamheden, tijdig overleg met huurder plegen.”
Huurder is gehouden tot het afsluiten van - en tot het instandhouden van - een adequate inboedelverzekering op gebruikelijke voorwaarden. Voor schade die valt onder de reikwijdte en dekking van een door huurder afgesloten verzekering dient huurder zich eerst tot zijn verzekeraar te wenden.”
“(…) Vervolgens vraag ik u dringend aandacht voor het volgende. Nadat ik u vanochtend gesproken had werd ik gebeld met de mededeling dat leden van de Vereniging van Eigenaren hadden geconstateerd dat er sprake is van een lekkage in de parkeerkelder. Aangezien de lekkage zich onder uw appartement bevindt zou de bron van de lekkage zich kunnen bevinden in uw appartement. In verband hiermee is het noodzakelijk dat ik hier een deskundige naar laat kijken en diegene toegang verschaf tot uw appartement. Ik heb geprobeerd u hierover te bellen, maar u beantwoordde de telefoon niet meer. Vervolgens heb ik u om 10.28 een sms gestuurd, waarop u niet gereageerd heeft. Ik verzoek u om hieroveruiterlijk morgen om 12.00 uurcontact met mij op te nemen, zodat we spoedig een afspraak kunnen inplannen. Als u hieraan geen gehoor geeft bent ik genoodzaakt om de deskundige zelf toegang te verschaffen tot het appartement. Op grond van artikel 11.1 van de algemene bepalingen behorende bij de overeenkomst woonruimte ben ik hiertoe gerechtigd. Het zal geen nadere toelichting behoeven dat een eventuele lekkage snel gerepareerd moet worden om (verdere) gevolgschade te voorkomen. Eventuele schade die door uw toedoen, of door het ontbreken van uw medewerking ontstaan is zal ik op u verhalen.
“Inmiddels is de lekkage verholpen door Bouwbedrijf [naam]. De lekkende sifon onder de douchebak is vervangen. Echter door de langdurige lekkage in combinatie met het feit dat uw huurder gewoon gebruik is blijven maken van de douche, ondanks de lekkage, is de gehele zwevende dekvloer in het gehele appartement (opbouw constructievloer: betonnen vloer/isolatie/cementdekvloer) verzadigd geraakt met vocht. Ten einde de zwevende dekvloer te kunnen drogen dient een speciale droogtechniek te worden ingezet. Per ruimte moeten drogers worden geïnstalleerd waarbij gaten worden geboord in de cementdekvloer. De drogers worden op deze gaten aangesloten zodat de zwevende ruimt, die is voorzien van isolatie, kan worden gedroogd. Om deze droging in gang te kunnen zetten dient de door de lekkage beschadigd geraakte laminaatvloer van de huurder door de huurder zelf te worden verwijderd. De huurder dient deze schade aan zijn inboedel op te geven aan zijn eigen inboedelverzekeraar. Wij hebben geen contactgegevens van uw huurder. Vriendelijk verzoeken wij uw huurder dit te berichten zodat de droging zo spoedig mogelijk in gang kan worden gezet. Indien de droging niet tijdig zal worden uitgevoerd sluiten wij niet uit dat het vocht verder zal optrekken in de wanden en de schade verder zal verergeren. Eventuele meerkosten als gevolg hiervan kunnen wij niet opnemen in onze schadevast-stelling. Wilt u de huurder vragen om Bouwbedrijf [naam] te berichten wanneer de vloer is verwijderd zodoende zij de droging in gang kunnen zetten.”
3.De vorderingen en het verweer
- om zijn volledige medewerking te verlenen aan de drogings- en herstelwerkzaamheden aan het gehuurde, door middel van veroordeling van [gedaagde] om onder meer Drogingsbedrijf
[naam] en Bouwbedrijf [naam] en eventuele andere derden belast met het verhelpen van de schade als gevolg van de lekkage toe te laten, althans [gedaagde] te veroordelen om tot het gehuurde toe te laten Drogingsbedrijf [naam] en Bouwbedrijf [naam], dit binnen 5 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, en verder in alle gevallen onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] geen gehoor geeft aan het te wijzen vonnis;
II. om binnen 5 dagen na betekening van het te wijzen vonnis het gehuurde te verlaten en verlaten te houden voor de duur van de herstelwerkzaamheden tot het moment dat [eiseres] schriftelijk kenbaar maakt dat [gedaagde] mag terugkeren naar het gehuurde, dit op verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] niet voldoet aan het te wijzen vonnis;
III. om het door [eiseres] aangeboden chalet “Zoem de Bij” op vakantiepark Droomgaard in Kaatsheuvel te accepteren en daarheen te verhuizen voor de duur van de herstelwerkzaam-heden aan het gehuurde, althans [gedaagde] te veroordelen het gehuurde te verlaten, voor de duur van de herstelwerkzaamheden aan het gehuurde, dit op verbeurte van een dwangsom van
€ 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] niet voldoet aan het te wijzen vonnis;
€ 808,85 per maand, zodat [gedaagde] hiermee zelfs kosten zou besparen. [gedaagde] werkt echter niet mee en wil ook de laminaatvloer niet verwijderen. Volgens [eiseres] wenst [gedaagde] niet mee te werken omdat hij vooraf alle kosten/schade die hij stelt te lijden vergoed wil zien. Het spoed-eisend belang van [eiseres] bij de gevorderde voorziening is volgens haar evident. Als er eerst een bodemprocedure moet worden gevoerd over de vraag wie nu precies welke kosten moet dragen, dan is het vocht in de betonnen ondervloer opgetrokken in de muren en zal er schimmelvorming en stank ontstaan in het appartement, waardoor de schade aanzienlijk zal oplopen, aldus [eiseres].
4.De beoordeling
4 november 2014, productie 16 bij de brief van mr. Collard van 7 januari 2015).
kan zijn beslissing om al dan niet medewerking te verlenen aan de verwijdering van het laminaat niet laten afhangen van de vraag of [eiseres] de kosten van nieuw laminaat al dan niet voor haar rekening neemt. De vraag wie de kosten van het nieuwe laminaat moet betalen staat buiten deze procedure en kan zo nodig in een nieuwe gerechtelijke procedure door [gedaagde] aan de orde worden gesteld indien partijen daarover van mening blijven verschillen.
3 oktober 2014 heeft betaald.
5.De beslissing
€ 772,78;
28 januari 2015.