ECLI:NL:RBZWB:2015:1233

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 februari 2015
Publicatiedatum
2 maart 2015
Zaaknummer
C/02/293745 / JE RK 15-95
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Scheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling minderjarige met ontbindende voorwaarde voor certificering Bureau Jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 februari 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, ingediend door Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Het verzoek is gedaan op 20 januari 2015 en is ingekomen bij de griffie op 21 januari 2015. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarige het ouderlijk gezag uitoefenen en dat de minderjarige bij de vader woont. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 28 februari 2015.

De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling toegewezen, maar onder de ontbindende voorwaarde dat Bureau Jeugdzorg per 1 april 2015 gecertificeerd moet zijn. Dit is van belang omdat, na de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet op 1 januari 2015, kinderbeschermingsmaatregelen uitgevoerd moeten worden door gecertificeerde instellingen. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant was op dat moment nog geen gecertificeerde instelling, wat zou betekenen dat zij de maatregel niet kon uitvoeren. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de ondertoezichtstelling kan blijven bestaan, mits Bureau Jeugdzorg tijdig gecertificeerd wordt.

De kinderrechter heeft bepaald dat als Bureau Jeugdzorg niet per 1 april 2015 gecertificeerd is, de ondertoezichtstelling vervalt en de Raad voor de Kinderbescherming een nieuw verzoek moet indienen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven voor de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
zaakgegevens : C/02/293745 / JE RK 15-95
datum uitspraak: 27 februari 2015

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

STICHTING BUREAU JEUGDZORG NOORD-BRABANT,

gevestigd te Eindhoven, mede kantoorhoudende
Burgerhoutsestraat 19, 4701 EK Roosendaal,
hierna te noemen de stichting,
betreffende
[minderjarige], [geboorte datum en plaats], hierna te noemen [voornaam minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[voornaam minderjarige], voornoemd,

[moeder minderjarige], hierna te noemen de moeder,

wonende te Prinsenbeek,

[vader minderjarige], hierna te noemen de vader,

wonende te Breda.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de stichting van 20 januari 2015, ingekomen bij de griffie op 21 januari 2015;
- de brieven van de griffier van 26 januari 2015 aan de voornoemde belanghebbenden.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de vader.
Bij beschikking van 26 februari 2014 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot
28 februari 2015.

Het verzoek

De stichting heeft verzocht de ondertoezichtstelling te verlengen van [voornaam minderjarige] voor de duur van één jaar.

De beoordeling

De belanghebbenden hebben niet gereageerd op de voornoemde brieven van de griffier van de rechtbank. Dat betekent dat de behandeling van de zaak op de stukken kan worden afgedaan.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat voldaan is aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] zijn aan de orde zoals deze vermeld zijn in het verzoekschrift van de stichting.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling met één jaar verlengen.
De kinderrechter overweegt daarbij dat op 1 januari 2015 – voor zover hier van belang – wijzigingen in werking zijn getreden in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de Jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming. Daarnaast zijn tevens op 1 januari 2015 de Jeugdwet, de invoeringswet Jeugdwet en het besluit Jeugdwet in werking getreden. De Wet op de Jeugdzorg is, behoudens het bepaalde in artikel 11.7 van de Jeugdwet, ingetrokken.
Toepassing van de nieuwe Jeugdwet heeft tot gevolg dat de kinderbeschermingsmaatregelen dienen te worden uitgevoerd door een gecertificeerde instelling (GI). Gebleken is dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant tot op heden geen GI is. Dit zou betekenen dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant de maatregel niet zou kunnen uitvoeren. Aangezien dit in onderhavige zaak niet in het belang van de minderjarige te achten is, zal de rechtbank bepalen dat Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling kan blijven uitvoeren, onder de ontbindende voorwaarde dat Bureau Jeugdzorg per 1 april 2015 is gecertificeerd. Indien Bureau Jeugdzorg niet per voornoemde datum is gecertificeerd, vervalt de ondertoezichtstelling per die datum en zal de Raad voor de Kinderbescherming een nieuw (verlengings)verzoek bij de rechtbank moeten indienen. In de periode dat Bureau Jeugdzorg niet is gecertificeerd, heeft zij, om haar taak naar behoren te kunnen uitvoeren, dezelfde bevoegdheden als de GI. De kinderrechter bepaalt voorts dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling bij certificering van Bureau Jeugdzorg (BJZ) uiterlijk 1 april 2015 met ingang van de datum van certificering bij BJZ/GI berust.
Dit betekent dat zal worden beslist als hierna te melden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 28 februari 2016, onder de ontbindende voorwaarde dat Bureau Jeugdzorg uiterlijk per 1 april 2015 is gecertificeerd, zoals hiervoor is overwogen;
bepaalt dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling bij certificering van Bureau Jeugdzorg per 1 april 2015 met ingang van certificering bij Bureau Jeugdzorg/GI berust;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Scheij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2015.
SB
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
's-Hertogenbosch