Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van eiseressen in conventie
- de akte overlegging producties van eiseressen in conventie
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het tussenvonnis van 4 juli 2012
- de toelichting ter comparitie van NMS c.s.
- de spreekaantekeningen van SSM c.s.
- het proces-verbaal van comparitie van 17 oktober 2012
- de conclusie van repliek in conventie, mede houdende voorwaardelijke incidentele vordering ex art. 843a Rv, tevens akte in reconventie d.d. 19 december 2012
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van antwoord in incident tevens conclusie van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte in incident in conventie en reconventie
- het vonnis in incident van 10 juli 2013
- de pleitnotities NMS c.s.
- de pleitaantekeningen SSM c.s.
- het proces-verbaal van pleidooi d.d. 22 oktober 2013.
2.De feiten
Eén cilindervoering is in Antwerpen in de motor van de MSC Bali ingebouwd op 15 oktober 2008. Vervolgens is na vertrek uit Antwerpen de motor van de MSC Bali op de Westerschelde stilgevallen en is het schip aan de grond gelopen. In Vlissingen is de tweede cilindervoering geïnstalleerd. Deze voering is ook na enkele uren gebarsten waarna het schip opnieuw voor anker is gegaan. Vervolgens is een cilindervoering van Wärtsila ingebouwd.
3.Het geschil
NMS c.s. heeft ter onderbouwing van haar stellingen over de ondeugdelijkheid van de cilindervoeringen verwezen naar een arbitraal vonnis van 13 oktober 2009 tussen Transmed Shipping Co. Ltd. en Schelde Marine Services B.V. Die procedure ging ook over cilindervoeringen die ondeugdelijk waren.
De verjaring gaat lopen vanaf het moment dat het gebrek wordt meegedeeld aan de verkoper, oktober 2008. Daarna is er een onderzoek ingesteld en zijn er tussen partijen veelvuldig berichten gewisseld. De vordering is in 2010 opnieuw aan de orde gesteld. De berichten over en weer brengen mee dat de verjaringstermijn, voor zover die is gaan lopen, zijn gestuit.
De e-mailwisseling tussen partijen kan niet worden beschouwd als een stuiting in de zin van de wet. Ook de vorderingen die gebaseerd zijn op onrechtmatige daad zijn verjaard, nu de verjaringstermijn van artikel 7:23 lid 2 BW geldt voor iedere rechtsvordering die feitelijk gebaseerd is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst.
De cilindervoeringen zijn voorzien van een certificaat. De klanten van SSM, waaronder NMS weten dat de cilindervoeringen afkomstig zijn uit China.
De verwijzing naar het arbitrale vonnis waar het ook cilindervoeringen geleverd door SSM betrof, kan de vordering van NMS niet onderbouwen omdat de arbitrage een procedure was met andere regels en andere partijen.
SSM is niet aansprakelijk jegens Objective Finance en Conbulk op grond van onrechtmatige daad. Wanprestatie van een contractpartij levert jegens een andere contractpartij geen onrechtmatige daad op behoudens bijzondere omstandigheden die niet zijn gesteld.
NMS heeft ook niet aangetoond dat zij schade heeft geleden.
SSM betwist dat zij handelingen heeft verricht die bij NMS de indruk hebben kunnen geven dat zij afzag van haar vordering. Het beslag in Panama was mede gericht tegen NMS.
SSM heeft niet aan haar verplichting als leverancier voldaan omdat zij geen cilindervoering met deugdelijk certificaat heeft geleverd.
Zij heeft een beroep gedaan op rechtsverwerking omdat zij pas door de eis in reconventie van 30 mei 2012 voor het eerst op de vordering is aangesproken.
Verder heeft zij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden betwist en daarmee de daarop gebaseerde berekening van de vordering van SSM.
4.De beoordeling
in conventie
Tussen NMS als buitenlandse vennootschap en SSM als Nederlandse vennootschap bestaat een contractuele relatie waar Nederlands recht op van toepassing is.
Voor de vorderingen van Conbulk en Objective Finance jegens DSMS en ML geldt hetzelfde. Ook hun vorderingen zullen dus worden afgewezen.
Op grond van art. 7:23 BW verjaart de rechtsvordering van NMS door verloop van twee jaren na de kennisgeving in oktober 2008. De rechtsvordering is ingesteld bij dagvaarding van 24 februari 2012, ruim na het verstrijken van die termijn en dus te laat, tenzij de verjaring is gestuit.
Het beroep op stuiting door middel van de door NMS gezonden e-mails wordt verworpen. Voor zover de door NMS gezonden e-mails het doel hadden de verjaring te stuiten, voldeden deze niet aan de vereisten van artikel 3:317 BW. Zij bevatten niet, zoals de wet vereist, een schriftelijke aanmaning of een schriftelijke mededeling waarin NMS zich ten opzichte van SSM ondubbelzinnig het recht op schadevergoeding voorbehoudt.
De vorderingen van NMS op grond van wanprestatie zijn dus verjaard. NMS kan aan die verjaringstermijn niet ontkomen door haar vordering ook op onrechtmatige daad te baseren. Daarvoor geldt bij deze contractuele verhouding, dezelfde verjaringstermijn van twee jaar.
4.6. Uit het vorenstaande volgt dat de vorderingen van NMS c.s. zullen worden afgewezen. Zij zal dan ook, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van SSM c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 575,--
- salaris advocaat
€ 2.260,--(5 x tarief € 452,--)
Totaal € 2.835,--
in reconventie