Op 10 januari 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de weigering van omgevingsvergunningen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert. De eisers, die betrokken waren bij de aanvragen voor omgevingsvergunningen voor het uitbreiden van een kassencomplex, stelden dat de beheersverordening die aan de weigeringen ten grondslag lag, niet verbindend was. De rechtbank oordeelde dat de beheersverordening niet op de juiste wijze bekend was gemaakt, zoals vereist door artikel 139 van de Gemeentewet. De rechtbank stelde vast dat de integrale tekst van de beheersverordening niet op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar was, wat in strijd was met de wettelijke eisen. Hierdoor was de beheersverordening onverbindend en had het college deze niet aan de bestreden besluiten mogen ten grondslag leggen.
De rechtbank verklaarde de beroepen van de eisers gegrond en vernietigde de bestreden besluiten. Het college werd opgedragen nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren van de eisers, waarbij het college rekening moest houden met de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank benadrukte dat de aanvragen eerst aan het juiste planologische kader moesten worden getoetst en dat het college bij het nemen van nieuwe besluiten moest uitgaan van het planologisch regime dat op dat moment gold. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de eisers en moest het griffierecht vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste bekendmaking van gemeentelijke verordeningen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze eisen voor de rechtsgeldigheid van besluiten van het college.