3.8.1In de eerste plaats heeft de man ter zitting een originele Pakistaanse akte overgelegd, voorzien van een kopie van een Engelse vertaling van die akte, waarin staat vermeld dat partijen met elkaar zijn gehuwd op [datum huwelijk (2)] in [plaats 2], Pakistan.
De rechtbank stelt vast dat de namen van partijen op de Pakistaanse akte enigszins afwijken van de namen zoals opgenomen in de Gemeentelijke Basisregistratie (GBA). De man staat in de akte vermeld als [man], terwijl hij in de GBA bekend staat als [verzoeker 1]. De vrouw staat in de akte vermeld als [verzoeker 2], terwijl zij in het GBA bekend staat als [verweerster].
De rechtbank is van oordeel dat de afwijkende spelling van de namen van partijen te wijten is aan de verschillen in de vertaling van de Arabische stukken. De tolk die ten behoeve van de man ter zitting is verschenen heeft zulks bevestigd en heeft toegelicht dat er geen standaard bestaat voor de vertaling van [namen], zodat dezelfde klanken op verschillende wijzen kunnen worden opgeschreven.
Blijkens de overgelegde akte met vertaling bevestigt de ‘Nikah Registrar’ op grond van de Muslim Family Law Ordinance 1961 het huwelijk tussen partijen, gesloten in aanwezigheid van de ‘Nikah Reader’ en twee getuigen. In dit verband speelt de vraag of partijen als niet-Pakistanen in Pakistan in het huwelijk hebben kunnen treden. Deze vraag werd aanvankelijk door de gemeente [geboorteplaats] ontkennend beantwoord. Blijkens het besluit van Burgemeester en wethouders van [geboorteplaats] van 25 januari 2002 werd niet overgegaan tot registratie van het Pakistaanse huwelijk in de GBA omdat – samengevat en voor zover thans van belang – de Pakistaanse familiewet (Muslim Family Law Ordinance 1961) niet van toepassing werd geacht op huwelijken tussen twee niet-Pakistanen. Nikah-Registrars zouden, voor zover bekend, niet bevoegd zijn om Nikah Nama’s op te stellen en te registreren van huwelijken tussen niet-Pakistanen. De huwelijksakte zou gelet daarop onbevoegd zijn afgegeven. Omdat niet vastgesteld kan worden dat partijen Pakistaans onderdaan zijn, kan niet worden vastgesteld of hier sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, aldus het besluit.
De advocaat van de man heeft de vraag naar de geldigheid van het tussen partijen in Pakistan gesloten huwelijk voorgelegd aan het Internationaal Juridisch Instituut (IJI). Het IJI vermeldt in zijn rapport van 23 april 2013 dat de gemeente [geboorteplaats] destijds het uitgangspunt van het Ministerie van Buitenlandse zaken heeft gevolgd, inhoudende dat een huwelijk voltrokken in Pakistan tussen twee Afghanen niet wordt erkend, omdat het Pakistaanse familierecht het niet toestaat dat in Pakistan een huwelijk wordt voltrokken tussen niet-Pakistanen. Het IJI geeft aan dat in de literatuur inmiddels wordt betwijfeld of dit een juiste interpretatie is van de Pakistaanse familiewet.
De ambtenaar stelt in voormelde door de rechtbank op 17 januari 2014 ontvangen brief, onder overlegging van een tweetal artikelen, dat inmiddels ook andere inzichten bestaan omtrent de geldigheid van in Pakistan tussen niet-Pakistanen gesloten huwelijken.
De rechtbank acht het met het IJI en de ambtenaar verdedigbaar dat niet-Pakistanen in Pakistan wél in het huwelijk kunnen treden, nu de Pakistaanse familiewet dit niet expliciet verbiedt en niet-Pakistanen ook een huwelijksgeschil in Pakistan aan de rechter kunnen voorleggen. Het komt de rechtbank niet juist voor om uit het enkele feit dat een specifieke regeling omtrent de huwelijkssluiting tussen niet-Pakistanen in de Pakistaanse familiewet ontbreekt, de conclusie te trekken dat het niet-Pakistanen niet is toegestaan in Pakistan in het huwelijk te treden. Een dergelijke enge interpretatie van het Pakistaanse familierecht houdt geen rekening met het ongecodificeerde islamitische familierecht en het ongeschreven recht, ingevolge welk recht ook traditionele, niet geregistreerde imam-huwelijken als geldig kunnen worden beschouwd. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat een huwelijk tussen twee niet-Pakistanen ten overstaan van een ‘Nikah Registrar’, ook als de Pakistaanse familiewet niet van toepassing zou zijn, in ieder geval als gewoonterechtelijke huwelijk mag worden aangemerkt.
Hoewel de rechtbank niet met zekerheid kan vaststellen dat genoemde akte door een daartoe bevoegde autoriteit is opgemaakt, gaat de rechtbank er, gelet op al het voorgaande, vanuit dat het huwelijk in Pakistan is gesloten op de aldaar voorgeschreven wijze en dat dit huwelijk naar Pakistaans recht rechtsgeldig is. Op grond van het bepaalde in artikel 10:31 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een zodanig huwelijk in Nederland erkend.
3.8.2In de tweede plaats heeft de man bij brief van 24 oktober 2013 een originele Afghaanse akte overgelegd, voorzien van een Engelse vertaling, waaruit volgens de man zou blijken van een huwelijk tussen partijen gesloten op [datum huwelijk] te [plaats], Afghanistan. De rechtbank zal thans beoordelen of deze akte daadwerkelijk blijk geeft van een in 2002 in Afghanistan gesloten huwelijk of dat deze akte een bevestiging is door de Afghaanse autoriteiten van de huwelijkssluiting van partijen in 2001 in Pakistan.
De advocaat van de man heeft deze vraag eveneens aan het IJI voorgelegd. Het IJI gaat er blijkens voormeld rapport vanuit dat het huwelijk tussen partijen is voltrokken in Pakistan en dat het vervolgens bij de rechter in Afghanistan is aangemeld en geregistreerd. Vervolgens rijst de vraag, aldus het IJI, of de huwelijksdatum die is van de huwelijkssluiting in Pakistan of die van de aanmelding/registratie van de huwelijksakte in Afghanistan. Het IJI merkt in voormeld rapport als afsluiting op dat uit de Afghaanse akte niet met zoveel woorden volgt of sprake is van een huwelijkssluiting of van een bevestiging (erkenning) van het eerder (in Pakistan) gesloten huwelijk. Het IJI begrijpt uit de Afghaanse akte dat naar Afghaans recht sprake is van een geldig huwelijk. Het IJI kan geen uitsluitsel geven op de vraag of de door de man gestelde huwelijksdatum [datum huwelijk] de juiste huwelijksdatum is.
De ambtenaar merkt op dat Afghaans IPR regelt dat een huwelijk in Afghanistan voor erkenning in aanmerking komt wanneer het huwelijk conform de voorschriften van het land van voltrekking is voltrokken. De ambtenaar maakt uit een brief van de advocaat van de man echter op dat kennelijk geen sprake is geweest van erkenning van het Pakistaanse huwelijk in Afghanistan. Derhalve gaat de ambtenaar ervan uit dat partijen opnieuw in Afghanistan zijn gehuwd om de reden dat het Pakistaanse huwelijk kennelijk erkenning in Afghanistan mist.
Ter zitting is de originele Afghaanse akte met behulp van de tolk doorgenomen. De tolk heeft desgevraagd uitleg gegeven over onduidelijkheden in de verschillende vertalingen van de akte die zich in het dossier bevinden. Voorts heeft de tolk aangegeven welke delen van de akte standaardtekst betreffen en welke delen handgeschreven zijn.
In dit verband acht de rechtbank met name de tekst op pagina 7 van de akte van belang. Volgens de tolk begint pagina 7 van de akte met een standaardtekst omtrent de huwelijkssluiting en de Sharia. Daarin is handgeschreven de datum [datum huwelijk (2)] ingevuld. Onderaan pagina 7 staat volgens de tolk handgeschreven vermeld dat door de aanwezigen
wordt bevestigddat het huwelijk tussen partijen heeft plaatsgevonden. De rechtbank leidt hieruit met de man en de tolk af dat de Afghaanse akte een bevestiging inhoudt van het huwelijk in Pakistan.
De man heeft voorts toegelicht dat de op pagina 5 van voormelde akte genoemde getuigen de getuigen waren van het huwelijk in Pakistan, maar dat zij eveneens in Afghanistan zijn verschenen om te verklaren omtrent de huwelijkssluiting in Pakistan.
Op basis van de overgelegde stukken en de toelichting van de tolk en de man ter zitting, staat voor de rechtbank genoegzaam vast dat voormelde akte, afgegeven op [datum huwelijk] te [plaats], Afghanistan, een bevestiging is van het tussen partijen op [datum huwelijk (2)] te [plaats 2], Pakistan, in het bijzijn van twee getuigen gesloten huwelijk. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een nieuw tussen partijen in Afghanistan gesloten huwelijk.
3.8.3Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank de echtscheiding zal uitspreken van het huwelijk tussen partijen, gesloten op [datum huwelijk (2)] in [plaats 2], Pakistan. Het thans primaire verzoek van de man zal derhalve worden afgewezen en het thans subsidiaire verzoek van de man zal worden toegewezen, waarbij de rechtbank nog in aanmerking heeft genomen dat de door de man gestelde duurzame ontwrichting van het huwelijk door de vrouw niet is weersproken en daarmee in rechte vast staat.
3.8.4Ten overvloede overweegt de rechtbank nog als volgt. De rechtbank stelt vast dat in de GBA is opgenomen dat partijen op [datum huwelijk] te [plaats], Afghanistan, zijn gehuwd. Dit is het gevolg geweest van het feit dat het in Pakistan gesloten huwelijk in 2002 niet door de gemeente [geboorteplaats] werd erkend (vide rechtsoverweging 3.8.1). De man heeft daaropvolgend getracht de Afghaanse huwelijksakte in te laten schrijven in het huwelijksregister te ‘s-Gravenhage, maar dit is in 2002 (en opnieuw in 2013) geweigerd in verband met de onmogelijkheid om de akte te laten legaliseren. De man is vervolgens toegelaten tot het afleggen van een verklaring onder ede. In de verklaring onder ede, opgemaakt op 1 mei 2003, is opgenomen dat partijen op [datum huwelijk (2)] te [plaats 2], Pakistan, zijn gehuwd en dat dit huwelijk op 1 december 2002 bij de rechtbank in [plaats], Afghanistan, is geregistreerd. De rechter in [plaats] heeft het huwelijk op 1 december 2002 officieel verklaard en op [datum huwelijk] is de huwelijksakte officieel afgegeven, blijkens de verklaring onder ede. Vervolgens is in de GBA opgenomen dat partijen op [datum huwelijk] te [plaats], Afghanistan, zijn gehuwd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte in de GBA opgenomen dat partijen op [datum huwelijk] te [plaats], Afghanistan, zijn gehuwd. Naar het oordeel van de rechtbank staat deze incorrecte registratie echter niet in de weg aan het uitspreken van de echtscheiding van het huwelijk tussen partijen, gesloten op [datum huwelijk (2)] in [plaats 2], Pakistan.