ECLI:NL:RBZWB:2014:9010
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige uitoefening van het bodemrecht door de belastingdienst en schadevergoeding
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 10 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de belastingdienst. De zaak betreft de onrechtmatige uitoefening van het bodemrecht door de belastingdienst op roerende zaken die [eiseres] had verhuurd aan de commanditaire vennootschap Tweewieler-Discount. De belastingdienst had executoriale beslagen gelegd op deze zaken wegens belastingschulden van Tweewieler-Discount, wat leidde tot de verkoop van de inbeslaggenomen goederen.
De procedure begon met een dagvaarding op 16 juni 2014, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis. Tijdens een comparitie op 7 november 2014 hebben de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toegelicht, maar er werd geen schikking bereikt. [Eiseres] vorderde primair de opheffing van de beslagen en de afgifte van de verhuurde zaken, subsidiair een schadevergoeding van € 10.000,--. De belastingdienst betwistte de vordering en stelde dat [eiseres] geen belang had bij de primaire vordering, aangezien de executoriale verkoop al had plaatsgevonden.
De kantonrechter oordeelde dat de belastingdienst onrechtmatig had gehandeld door het bodemrecht uit te oefenen op de verhuurde zaken. De rechter concludeerde dat de eigendom van [eiseres] op de inbeslaggenomen zaken als reële eigendom moest worden aangemerkt, ondanks dat het economische risico van waardevermindering in overwegende mate bij Tweewieler-Discount lag. De schade werd geschat op € 2.850,--, met wettelijke rente vanaf 22 januari 2014. De belastingdienst werd veroordeeld in de proceskosten en de vordering tot opheffing van de beslagen werd niet-ontvankelijk verklaard.