ECLI:NL:RBZWB:2014:8005
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.M. van Lanen
- T. Peters
- P.J. de Putter
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het Peilbesluit Sint Philipsland en de redelijkheid van de belangenafweging
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2014, betreft het een beroep tegen het Peilbesluit Sint Philipsland, vastgesteld op 12 december 2013. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen de gevolgen van het peilbesluit voor zijn percelen en gewassen. Hij vreest dat de waterstanden in de watergangen zullen dalen, wat schadelijk zou zijn voor zijn gronden, die zich op relatief hogere gebieden bevinden. Eiser verzoekt om een hogere ondergrens voor het gemaal en de stuw in het peilgebied.
De rechtbank overweegt dat de algemene vergadering van waterschap Scheldestromen een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij het vaststellen van waterstanden. De rechtbank stelt vast dat de relevante belangen zorgvuldig zijn afgewogen en dat de keuze voor flexibel waterbeheer niet onredelijk is. De rechtbank wijst op de noodzaak van een goede ontwatering en het belang van zoetwaterinlaat voor het gehele gebied.
De rechtbank concludeert dat de algemene vergadering in redelijkheid het peilbesluit heeft kunnen vaststellen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt dat indien eiser schade ondervindt door het peilbesluit, hij een beroep kan doen op artikel 7.14 van de Waterwet voor schadevergoeding. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.