Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [gedaagde] is een detailhandelsonderneming die zich richt op de verkoop van vloeren aan consumenten. Zij heeft in Nederland 6 filialen, waaronder een in Waalwijk.
- Enig aandeelhouder van [gedaagde] is de vennootschap [naam 2] (hierna: [naam 2]).
- [eiser] is met ingang van 1 december 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij [gedaagde] in de functie van storemanager. Zijn laatste standplaats is Waalwijk.
- Op 28 januari 2014 heeft [eiser] zich ziek gemeld; de bedrijfsarts heeft op
U bent inmiddels bijna twee maanden met ziekteverlof. Zoals u weet betaalt [gedaagde] de eerste twee maanden van uw ziekte 100% van uw loon. Na twee maanden wordt dit 70% wat in uw geval neer komt op € 2030,- bruto. Dit zal op uw salarisspecificatie van maart 2014 zichtbaar zijn.”
- (De gemachtigde van) [eiser] heeft bij brief van 2 april 2014, [gedaagde] gesommeerd het volledige loon uit te betalen; daartoe verwees hij naar artikel 4-5 van de CAO Wonen 2010 waaruit voortvloeit dat gedurende de eerste 52 weken waarin de werknemer arbeidsongeschikt is, deze zijn aanspraak op het volledige loon behoudt.
- In reactie daarop heeft [gedaagde] bij brief van 17 april 2014 de aanspraak van [eiser] afgewezen.