In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 oktober 2014, werd het beroep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal gegrond verklaard. Eiser, het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Essen, had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat op 21 februari 2014 een omgevingsvergunning had verleend aan een varkenshouderij in Roosendaal. De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet op de juiste wijze kennis had gegeven van het ontwerpbesluit, wat in strijd was met artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat de milieugevolgen van de inrichting ook in de gemeente Essen merkbaar konden zijn, en dat eiser als belanghebbende moest worden aangemerkt. Aangezien eiser geen zienswijze had ingediend, kon hem dit niet worden verweten, omdat verweerder tekort was geschoten in de kennisgeving. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht en de proceskosten aan eiser moesten worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van correcte kennisgeving aan belanghebbenden, vooral wanneer de gevolgen van een besluit ook buiten de eigen gemeente merkbaar zijn.