Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 165 aan deze vergoedt.
2.Gronden
- er is door u geen deugdelijke sluitende kasadministratie bijgehouden; zo zijn er verschillen aangetroffen tussen de financiële vastleggingen volgens het bijgehouden leerlingenbestand en het kasboek;
- de adviseur heeft in 2011 in de financiële administratie via het memoriaal correctieboekingen gemaakt: hierdoor werd alsnog een hogere omzet en meer verschuldigde omzetbelasting verantwoord, van ontvangsten die eerder kennelijk in privé contant zijn ontvangen; ook hieruit blijkt dat dat er door u geen deugdelijke kasadministratie werd gevoerd;
- (…)
- De in uw leerlingenbestand verantwoorde ontvangsten van de examengelden voor het praktijkexamen zijn aanzienlijk lager dan mag worden verwacht op grond van de datums dat praktijkexamens zijn afgelegd volgens ditzelfde leerlingenbestand; voor deze verschillen werd door u geen aannemelijke verklaring gegeven;
- (…)”.
“
1. Indien met betrekking tot een op te leggen aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag of een te nemen beschikking niet of niet volledig wordt voldaan aan de verplichtingen ingevolge artikel 41, 47, 47a, 49, 52, (…), kan de inspecteur dit vaststellen bij voor bezwaar vatbare beschikking (informatiebeschikking). De inspecteur wijst in de informatiebeschikking op artikel 25, derde lid.”
2. Administratieplichtigen zijn:
a. (…)
b. natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen, alsmede natuurlijke personen die belastbare winst uit onderneming als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 genieten;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;