2.2.[eiseres] vordert hoofdelijke veroordeling van het Waterschap en de Provincie tot betaling van
- een bedrag van € 293.139,-- wegens omrijschade in de periode van 14 maart 2003 tot en met 31 december 2006, met wettelijke rente vanaf 1 januari 2007
- een bedrag van € 20.022,84 wegens omrijschade van 1 januari 2007 tot en met 11 april 2008, met wettelijke rente vanaf 11 april 2008
- een bedrag van € 4.135,25 wegens accountantskosten ter berekening van de schade, met wettelijke rente vanaf 1 juli 2007
- een bedrag van € 6.266,35 wegens buitengerechtelijke advocaatkosten, met wettelijke rente vanaf 1 maart 2011
- een bedrag van € 38.244,19 wegens buitengerechtelijke advocaatkosten, met wettelijke rente vanaf 1 november 2012
- de proceskosten, inclusief de nakosten, met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van het te wijzen vonnis.
[eiseres] heeft bij conclusie van repliek de grondslag van haar vorderingen gewijzigd. Zij stelt dat het Waterschap onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door zonder deugdelijke reden de behandeling van haar verzoek om nadeelcompensatie van 8 september 2003 op de door RWS en de Provincie voorgestane wijze – met advisering door de Schadecommissie – te blokkeren als gevolg waarvan een goede, goedkope en snelle manier om een beslissing op haar verzoek te krijgen voor [eiseres] werd afgesneden. Het Waterschap heeft voorts onrechtmatig gehandeld door ondanks dat [eiseres] haar al in een vroeg stadium heeft betrokken bij haar pogingen nadeelcompensatie te verkrijgen en ondanks aandringen van [eiseres] niet veel eerder ontheffing te verlenen van de geslotenverklaring. Het heeft [eiseres] pas in 2008 geattendeerd op de mogelijkheid ontheffing te vragen maar had dat al veel eerder moeten en kunnen doen.
De Provincie heeft volgens [eiseres] onrechtmatig jegens haar gehandeld door
- het nemen van het onttrekkingsbesluit, resulterend in de feitelijke afsluiting van de door [eiseres] gevolgde route zonder dat de Provincie zich heeft bekommerd om de schade die bedrijven/gebruikers van die route door die afsluiting zouden lijden en die [eiseres] ook heeft geleden en zonder een passende schadevergoeding aan te bieden
- het afsluiten van de route voor het werkverkeer van [eiseres] zonder dat daartoe een noodzaak bestond uit een oogpunt van verkeersveiligheid
- haar verzoek van 8 september 2003 niet behoorlijk inhoudelijk te behandelen met toepassing van de Regeling 1999 ondanks haar toezegging die toe te passen.