Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde],
Gedaagde sub 2 in de hoofdzaak, verweerster in het incident, zal als de gemeente in hoedanigheid van onteigende partij worden aangeduid, interveniënt als [pachter] in hoedanigheid van pachter.
1.De procedureHet verloop van de procedure blijkt uit:- de dagvaarding- de brief van mr. De Groot van 11 november 2013 met producties
2.De feiten
Voorts heeft de raad van de gemeente de te onteigenen percelen met grondplannummers 2, 3 en 5 met ingang van 30 oktober 2008 aangewezen als bedoeld in artikel 2 van de Wet voorkeursrecht gemeenten.
3.De beoordeling in het incident
De gemeente in hoedanigheid van onteigenende en onteigende partij, sluit zich aan bij de vordering tot tussenkomst van [pachter].
4. De beoordeling in de hoofdzaak
Gelet hierop, alsmede gelet op het feit dat de stellingen van de gemeente het gevorderde kunnen dragen, kan de vordering op dit punt worden toegewezen.
Omdat de gemeente reeds eigenaar is van de percelen met grondplannummers 2 en 5 is haar aanbod voor de eigendom van deze percelen nihil. De gemeente in hoedanigheid van onteigende partij heeft dit aanbod aanvaard.
De door de gemeente in hoedanigheid van onteigenende partij aan de gemeente in hoedanigheid van onteigende partij te betalen schadeloosstelling ter zake de onteigening van de percelen [kadasternummer 2] ter grootte van 1 ha 68 a en 30 ca, grondplannummer 5 zal worden bepaald op nihil.
(€ 2.312,00) te voldoen.
De gemeente in hoedanigheid van onteigenende partij heeft voorts, met het oog op het pachtvrij maken van de percelen met grondplannummers 2 en 5, aan[pachter] in zijn hoedanigheid van pachter van de betreffende percelen een schadeloosstelling aangeboden van € 75.994,00, te vermeerderen met 2% deskundigenkosten (€ 1.519,88).
[eigenaar] in hoedanigheid van eigenaar vindt het aangeboden bedrag te laag. [pachter] in hoedanigheid van pachter dient zich formeel bij conclusie van eis in de tussenkomst nog uit te laten over de hem in hoedanigheid van pachter aangeboden schadeloosstelling. Blijkens de inhoud van de dagvaarding heeft hij echter in hoedanigheid van pachter evenmin ingestemd met de hem aangeboden schadeloosstelling.
Nu [eigenaar] in hoedanigheid van eigenaar niet (en blijkens de inhoud van de dagvaarding in hoedanigheid van pachter ook niet) heeft ingestemd met de aangeboden schadeloosstelling, zal de rechtbank overgaan tot het benoemen van een rechter-commissaris en een drietal deskundigen. De rechtbank zal voorts bepalen dat de opneming van de ligging en de gesteldheid van de litigieuze percelen door de deskundigen zal plaatsvinden op een nader te bepalen tijdstip.
De rechtbank is voornemens mr. J.R. Vermeulen, advocaat, werkzaam bij Lawton Advocaten te Rotterdam (voorzitter), ir. H. Leonard, makelaar/taxateur, werkzaam bij Makelaarskantoor Leonard te Dordrecht, en ing. A.L.M. Woestenberg, grondzakendeskundige/taxateur, werkzaam bij Overwater Grondbeleid Adviesbureau B.V. te Strijen, tot deskundigen te benoemen.
Alvorens de rechtbank tot benoeming van de commissie van deskundigen overgaat, zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over het aantal en de persoon van de te benoemen deskundigen. De zaak zal hiertoe op dit punt worden aangehouden.
De rechtbank zal het door de gemeente aan [eigenaar] te betalen voorschot vaststellen op voornoemde bedragen.
5.De beslissingDe rechtbank:
5.6. bepaalt het bedrag van het voorschot op de schadeloosstelling te betalen aan [eigenaar] in hoedanigheid van eigenaar van het perceel met grondplannummer 3 op 100% van het in de dagvaarding aangeboden bedrag van € 115.600,00, derhalve € 115.600,00 (honderdvijftienduizendzeshonderd euro),