Op 8 januari 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen de heer en mevrouw [naam eisers1] en de heer en mevrouw [naam eisers2] als eisers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand als verweerder. De zaak betreft een omgevingsvergunning die was verleend voor de uitbreiding van een tankstation met een washal en wasboxen. De rechtbank oordeelde dat de washal en wasboxen niet passen binnen de maatbestemming van het bestemmingsplan, waardoor het college de vergunning niet had mogen verlenen. Daarnaast constateerde de rechtbank gebreken in het geluidhinderonderzoek dat was uitgevoerd. De rechtbank vernietigde de omgevingsvergunning en droeg het college op om opnieuw op de aanvraag te beslissen.
Eisers hadden beroep ingesteld tegen het besluit van 7 mei 2013, waarbij de omgevingsvergunning was verleend. Tijdens de zitting op 27 november 2013 in Breda, waren eisers aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde mr. A. van der Leest. Het college werd vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] en [naam vertegenwoordiger]. De rechtbank overwoog dat de vergunninghoudster, [naam vergunninghoudster], de aanvraag had ingediend, maar dat de eigendomsverhoudingen onduidelijk waren geworden. De rechtbank concludeerde dat de uitbreiding van het tankstation in strijd was met het bestemmingsplan, dat een restrictieve uitleg vereiste voor niet-agrarische activiteiten in het buitengebied.
De rechtbank oordeelde verder dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de geluidshinder niet in strijd was met de geldende normen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college ook de mogelijkheid van een afwijkingsbevoegdheid uit artikel 2:12 van de Wabo moet overwegen. De rechtbank veroordeelde het college tot vergoeding van de proceskosten van eisers en het griffierecht. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 januari 2014.