ECLI:NL:RBZWB:2014:6067

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 augustus 2014
Publicatiedatum
1 september 2014
Zaaknummer
3055945_E27082014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van mentoren en bewindvoerders in beschermingsmaatregel

In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 27 augustus 2014 een ambtshalve beschikking gegeven inzake het mentorschap en beschermingsbewind van een rechthebbende. De rechthebbende, die lijdt aan een handicap, had eerder een mentor die niet voldeed aan haar rapportageplicht en haar verantwoordelijkheden niet nakwam. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huidige mentor, ondanks herhaalde verzoeken, nooit aan haar verplichtingen heeft voldaan. Dit leidde tot de beslissing om de huidige mentor met ingang van 29 augustus 2014 ambtshalve te ontslaan.

De kantonrechter heeft vervolgens de moeder van de rechthebbende, die ook als bewindvoerder fungeert, benoemd tot nieuwe mentor. De moeder heeft zich bereid verklaard om deze rol op zich te nemen, ondanks haar hoge leeftijd. Daarnaast heeft de kantonrechter besloten om een tweede bewindvoerder en mentor te benoemen, die zich ook bereid heeft verklaard om deze taken op zich te nemen. De kantonrechter heeft benadrukt dat de huidige beschermingsmaatregelen noodzakelijk blijven, gezien de verslechterende toestand van de rechthebbende.

De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak. De procedure voor hoger beroep dient via een advocaat bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch te worden ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknr.: 3055945 OV VERZ 14-2824
[nummers beheerdossiers]
ambtshalve beschikking d.d. 27 augustus 2014
inzake:
[rechthebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende [adres],
hierna te noemen rechthebbende.

1.Het procesverloop

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de beschikking van de kantonrechter te Bergen op Zoom d.d. 30 augustus 2012, met alle daarin vermelde stukken;
de telefoonnotitie van de griffier na een gesprek met de mentor d.d. 12 april 2013;
de brief van de griffier aan de mentor d.d. 29 juli 2013;
de telefoonnotitie van de griffier na een gesprek met de mentor d.d. 25 oktober 2013;
de brief van de griffier aan de mentor d.d. 12 december 2013, houdende een oproeping voor een onderhoud met de kantonrechter;
de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 7 januari 2014;
de brieven van de griffier aan de mentor d.d. 14 maart en 15 april 2014;
de brief van de griffier aan de mentor d.d. 9 mei 2014, houdende een oproeping voor een onderhoud met de kantonrechter;
de e-mail van de mentor d.d. 27 mei 2014;
de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 21 augustus 2014;
de bereidverklaringen van de hierna te benoemen mentors en bewindvoerder.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. De beoordeling
2.1
Bij beschikking van 12 oktober 1983 is door de kantonrechter te Bergen op Zoom een bewind ingesteld over alle roerende en onroerende goederen, waaronder geld- en bankzaken, over rechthebbende onder gelijktijdige benoeming van [naam], zijnde de moeder van rechthebbende, thans woonachtig aan de [adres], tot bewindvoerder. Dit omdat rechthebbende op grond van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat werd geacht om zelf haar vermogensrechtelijke belangen waar te nemen.
2.2
Over rechthebbende is verder vóór of in 2000 een mentorschap ingesteld met benoeming van[naam] tot mentor. Om de kantonrechter onbekende redenen is deze mentor met ingang van 1 juli 2004 als mentor ontslagen en opgevolgd door mw. [naam].
Deze laatste is op 1 juli 2008 op verzoek van bewindvoerder eveneens als mentor ontslagen en opgevolgd door mw.[naam] als mentor. Bij voormelde beschikking van 30 augustus 2012 is mw. [naam] met ingang van 1 september 2012 benoemd tot mentor. Aan laatstgenoemde mentor is een schriftelijk rapportageplicht opgelegd. De eerste rapportgage diende plaats te vinden op of tegen 1 maart 2013.
2.3
De kantonrechter stelt thans vast dat de huidige mentor -ondanks herhaalde verzoeken- nooit aan haar rapportageplicht heeft voldaan. Zelfs is niet gebleken dat de huidige mentor enige werkzaamheid in het kader van het ingestelde mentorschap heeft verricht ten behoeve van rechthebbende. Tijdens een gesprek d.d. 7 januari 2014 heeft de kantonrechter een en ander met de huidige mentor besproken. De in dat gesprek door de kantonrechter met de huidige mentor gemaakte afspraken, zijn door de huidige mentor -zonder opgave van reden- niet nagekomen. De kantonrechter is van oordeel, dat de huidige mentor daarmee ernstig tekort is geschoten in haar taak als mentor. Om die reden zal de kantonrechter haar hierna ambtshalve ontslaan. De enkele omstandigheid dat aan de zijde van de huidige mentor medische problemen spelen c.q. gespeeld hebben, doet aan dit oordeel niet af. Het had immers op de weg van de huidige mentor gelegen om de (toezichthoudende) kantonrechter hierover deugdelijk te informeren. Dit klemt te meer nu hier sprake is van een professionele mentor.
2.4
Ter zitting van 21 augustus 2014 is gelukkig gebleken, dat voornoemd tekortschieten niet ten koste van rechthebbende is gegaan. Althans hiervan is niet gebleken. De huidige bewindvoerder heeft zich kennelijk niet alleen bezighouden met het behartigen van de vermogensrechtelijke belangen van rechthebbende maar ook met de behartiging van de niet-vermogensrechtelijke belangen (samengevat: de zorgtaken). Voor de kantonrechter is onduidelijk waarom bewindvoerder -toen dit wettelijk mogelijk was- niet meteen als mentor is benoemd over rechthebbende. Wellicht had dan de opeenvolgende benoeming van mentoren voorkomen kunnen worden. Deze benoeming zou immers ook hebben aangesloten bij de wettelijke voorkeur om een familielid (in dit geval de moeder) te benoemen en om de taak van bewindvoerder en mentor bij één persoon te leggen.
2.5
De bewindvoerder (tevens moeder) heeft ter zitting aangegeven dat zij zo lang mogelijk voor rechthebbende (haar gehandicapte [syndroom van Down] dochter tevens enigst kind) te willen zorgen. Zij heeft zich ook schriftelijk bereid verklaard om de taak van mentor op zich te nemen. De kantonrechter zal haar die gelegenheid ook bieden en zal haar naast bewindvoerder nu tevens tot mentor over haar dochter/rechthebbende benoemen.
De omstandigheid, dat bewindvoerder thans zelf reeds 89 jaar is, doet daar niet aan af.
De kantonrechter acht haar zeer wel in staat om deze taken nog een aantal jaren uit te voeren.
2.6
De kantonrechter heeft wel ter zitting bespreekbaar gemaakt dat het zinvol is om thans reeds een tweede bewindvoerder en een tweede mentor te benoemen. De ter zitting van 21 augustus 2014 tevens aanwezige heer [naam], woonachtig aan de [adres], heeft zich mondeling en schriftelijk bereid verklaard om de taak van bewindvoerder en mentor over rechthebbende op zich te nemen. Hij kent -als directe buurman van de huidige bewindvoerder- de huidige situatie rond rechthebbende uitstekend. Hij is bewindvoerder nu reeds behulpzaam bij haar zorg rond rechthebbende. De kantonrechter zal hem hierna naast de huidige bewindvoerder benoemen tot bewindvoerder en mentor.
2.7
Niet is gebleken van enige omstandigheid welke zich tegen voornoemde benoemingen verzetten.
2.8
Ten slotte heeft de kantonrechter ter zitting van 21 augustus 2014 ook gebruikt om de huidige bewindvoerder verslag te laten doen als bedoeld in artikel 1:446a BW. Bewindvoerder deelt mede, dat de lichamelijke en geestelijke toestand van rechthebbende sinds 1983 zeker niet verbeterd is maar -gelet op de voortschrijdende leeftijd- is verslechterd. Derhalve zal ook in de toekomst niet volstaan kunnen worden met een minder ingrijpende voorziening dan het huidige beschermingsbewind en het mentorschap. De kantonrechter deelt deze mening van de bewindvoerder.

3.De beslissing

De kantonrechter:
ontslaat, met ingang van 29 augustus 2014, [naam] voornoemd als mentor over de betrokkene [rechthebbende];
benoemt, met ingang van 29 augustus 2014, [naam] voornoemd als mentor over de betrokkene [rechthebbende];
benoemt, met ingang van 29 augustus 2014, [naam] voornoemd als mentor over de betrokkene [rechthebbende];
benoemt, met ingang van 29 augustus 2014, [naam] voornoemd als bewindvoerder over de betrokkene [rechthebbende].
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 augustus 2014.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.