ECLI:NL:RBZWB:2014:602

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2014
Publicatiedatum
4 februari 2014
Zaaknummer
2721278_E04022014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 februari 2014 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Willem Toet, die op 4 januari 2013 is overleden. De verzoekster, Rosalinde Helena Cornelia Francisca Maria Vergauwen, is gevolmachtigde van de erfgenamen en heeft verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de erfgenamen is om de vereffening voort te zetten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen niet voorgeschreven hoeven te worden, aangezien de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. De kantonrechter heeft de vereffeningskosten vastgesteld op € 1.135,75 en deze ten laste van de boedel gebracht. De beschikking is bekendgemaakt via de website van de rechtspraak, en de griffier is belast met de inschrijving van de opheffing in het boedelregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld, afhankelijk van de status van de belanghebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2721278 OV VERZ 14-346
beschikking d.d. 4 februari 2014 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
Rosalinde Helena Cornelia Francisca Maria Vergauwen, werkzaam ten kantore van
De Vos & De Rooij Netwerk Notarissen, kantoorhoudende op het adres
4761 BA Zevenbergen, Gildelaan 11,
gevolmachtigde van de erfgenamen in de nalatenschap van:
Willem Toet
laatstelijk gewoond hebbende te 4761 KB Zevenbergen, van der Markstraat 22,
overleden in de gemeente Breda op 4 januari 2013,
nader te noemen erflater.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit het op 17 januari 2014 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen.

2.Het verzoek

2.1
Verzoekster is gevolmachtigde van de erfgenamen van erflater. Als gevolmachtigde van de vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater verzoekt zij op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2
Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3
Verzoekster en de erfgenamen hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2
De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3
In het verzoekschrift wordt gesteld dat de vereffeningskosten € 1.298,75 bedragen. Hierin is onder meer begrepen een bedrag ad € 120,00 wegens griffierecht voor het onderhavige verzoekschrift en een bedrag ad € 120,00 wegens griffierecht voor de akten van beneficiaire aanvaarding. Deze laatste post valt echter niet onder de vereffeningskosten. Met betrekking tot het griffierecht voor het onderhavige verzoekschrift overweegt de kantonrechter dat dit geen € 120,00 maar € 77,00 bedraagt. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de vereffeningskosten vaststellen op € 1.135,75.
3.4
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 1.135,75 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 februari 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.