8.Vervolgens dient de rechtbank te toetsen of de led-schermen zonder omgevingsvergunning mochten worden geplaatst.[naam eiser in 13/7373 en 14/3815] heeft in dat kader een beroep gedaan op artikel 3, aanhef en achtste lid, van bijlage II bij het Bor.
In artikel 3, aanhef en achtste lid, van bijlage II bij het Bor is bepaald dat een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft op een verandering van een bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
geen verandering van de draagconstructie,
geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde subbrandcompartimentering,
geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, en
geen uitbreiding van het bouwvolume.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit artikel niet op de in geding zijnde led-schermen van toepassing. Voor zover het gaat om het led-scherm, dat is aangebracht in de niet eerder vergunde lichtbak, staat vast dat geen sprake is van verandering van een bouwwerk als hiervoor bedoeld en is artikel 3, aanhef en achtste lid, van bijlage II bij het Bor om die reden dus niet van toepassing. Voor wat betreft het andere led-scherm oordeelt de rechtbank als volgt.
Hoewel in de tekst van de aanhef van artikel 3, achtste lid, van bijlage II bij het Bor – anders dan in het voorheen geldende Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) – niet expliciet is vermeld dat het om veranderingen van niet-ingrijpende aard moet gaan, wordt met genoemd artikel nog steeds beoogd dat het moet gaan om een bouwactiviteit van beperkte aard. Een en ander blijkt uit de Memorie van Toelichting bij het Bor (Stb. 2010, nr. 143, p. 157-185). In de Memorie van Toelichting is daarbij ook vermeld dat de verandering niet mag leiden tot een ernstige mate van strijd met redelijke eisen van welstand.
Het college heeft zich op het standpunt gesteld, onder verwijzing naar het advies van de Omgevingscommissie van 8 mei 2013, dat in dit geval van een dergelijke ernstige mate van strijd met redelijke eisen van welstand sprake is. In het welstandsadvies wordt overwogen dat een reclameobject op grond van de algemene welstandscriteria moet worden afgestemd op de architectuur van het gebouw en op de omgeving. De led-schermen gaan volgens de Omgevingscommissie op geen enkele wijze relatie aan met de architectuur van het gebouw en doen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Daarnaast is de reclame niet objectgebonden, hetgeen strijdig is met artikel 13.5.2 van de Welstandsnota 2012. Het gebouw is gelegen op een zeer prominent zichtbare locatie direct grenzend aan het ontwikkelingsgebied voor de Spoorzone. Daarnaast is er direct zicht op het pand met het led-scherm vanuit de cityring. In beide gebieden wordt ingezet op een hoge beeldkwaliteit. Het led-scherm doet daaraan afbreuk. De Omgevingscommissie is daarom van mening dat sprake is van een zogenoemd ‘exces’ zoals bedoeld in artikel 14.3 van de Welstandsnota Tilburg.
Naar aanleiding van het bezwaar heeft de Omgevingscommissie haar oordeel, dat het led-scherm onvoldoende ondergeschikt is aan het straatbeeld, nog verder toegelicht en ook waarom het led-scherm in dat opzicht verschilt van de eerder vergunde lichtbak.
Naar het oordeel van de rechtbank dient het welstandsadvies te worden beschouwd als een deskundigenoordeel. Nu de betwisting door [naam eiser in 13/7373 en 14/3815] van het oordeel van de Omgevingscommissie niet is onderbouwd met een deskundig tegenrapport, ziet de rechtbank geen reden om aan het oordeel van de Omgevingscommissie te twijfelen.
Daargelaten of de beoordeling van het objectgebonden karakter van het led-scherm aan de omgevingscommissie is, heeft het college op grond van het advies mogen aannemen dat er sprake van ernstige strijd met de redelijke eisen van welstand. Het college heeft derhalve op goede gronden overwogen dat er geen sprake is van een verandering aan een bouwwerk als bedoeld in artikel 3, aanhef en achtste lid, van bijlage II bij het Bor. Dat betekent dat de in geding zijnde led-schermen omgevingsvergunningplichtig zijn. Nu voor beide schermen, zoals hiervoor overwogen, niet eerder een omgevingsvergunning is verleend, moet het college bevoegd worden geacht om daartegen handhaven op te treden.