Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst over naheffingsaanslagen en verzuimboeten met betrekking tot de belasting zware motorrijtuigen (BZM). De belanghebbende had door omstandigheden geen eurovignet aangeschaft voor haar vrachtauto, wat leidde tot vijf naheffingsaanslagen van € 8, elk met een verzuimboete van € 246. De rechtbank oordeelde dat de boeten disproportioneel waren, aangezien de naheffingsaanslagen pas na de overtredingen waren opgelegd en de belanghebbende sindsdien aan haar fiscale verplichtingen had voldaan. De rechtbank heeft de boeten verminderd tot een totaalbedrag van € 246 en het beroep gegrond verklaard voor zover het de boeten betreft, terwijl het beroep voor het overige ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat niet was aangetoond dat de belanghebbende kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. L. Arts.