ECLI:NL:RBZWB:2014:5803
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel ex artikel 30 lid 3 Wgbz
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Kanton Bergen op Zoom, op 15 augustus 2014 uitspraak gedaan op een verzetschrift van [verzoeker] tegen een dwangbevel dat was uitgevaardigd op 12 maart 2014. Dit dwangbevel was het gevolg van het niet tijdig voldoen van griffierechten en kosten van een deskundigenbericht, waar [verzoeker] in een eerdere procedure op 25 september 2013 in was veroordeeld. Ondanks meerdere aanmaningen had [verzoeker] de kosten van € 1.234,20 niet voldaan, wat leidde tot de uitvaardiging van het dwangbevel.
[Verzoeker] heeft verzet aangetekend tegen het dwangbevel, stellende dat hij niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van de griffierechten, omdat hij het huurcontract namens [bedrijf] had getekend. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [verzoeker] als eiser in persoon de procedure was gestart en dat [bedrijf] geen partij was in de eerdere procedure. Hierdoor kon de verantwoordelijkheid voor de betaling van de kosten niet bij [bedrijf] worden gelegd.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is, omdat [verzoeker] in gebreke is gebleven met de betaling van de kosten van het deskundigenbericht, waarvoor hij was veroordeeld. De beslissing van de kantonrechter was dat het verzet ongegrond werd verklaard, en deze uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier op de openbare terechtzitting.